Preek zondag 26 januari 2020 morgendienst
Afsluiting themaweek van School & kerk.
Schriftlezing: Numeri 21:4-9 en Johannes 3:1-16 (Bijbel in Gewone Taal)
Gemeente van onze Heere Jezus Christus,
Midden in de nacht zoekt een man de weg door Jeruzalem.
Omdat het donker is moet hij de weg zoeken in een stad die hij goed kent
en waar hij bij daglicht gemakkelijk de weg kan vinden.
De man die in het donker zijn weg zoekt, is een belangrijke man: een van de leiders.
De mensen in de stad hebben een grote waardering voor hem,
omdat hij iemand is die veel over de Bijbel en over God weet.
Veel mensen gaan naar deze man, Nicodemus toe, omdat hij wijs advies kan geven.
De mensen waarderen hem ook, omdat hij heel eerlijk en oprecht is.
Nu heeft hij, Nicodemus, die zoveel over God en over de Bijbel weet, zelf een vraag.
Een vraag waar hij het antwoord zelf niet op weet.
En zolang hij op die vraag geen antwoord weet is het in zijn hart net zo donker
Als in de stad, waar hij de weg moet zoeken.
Hij kan zelf een antwoord niet vinden en moet daarvoor naar iemand anders toe.
Naar Iemand, die in de afgelopen dagen in Jeruzalem veel opschudding heeft veroorzaakt.
Jezus heet deze man.
Deze Jezus is in de tempel geweest, waar hij de handelaars heeft weggejaagd
en de tafels van de geldwisselaars heeft omgegooid.
Terwijl hij bezig was, riep hij het uit: ‘Jullie maken een markt van het huis van mijn Vader!’
Die Jezus had ook iets bijzonders over de tempel gezegd,
dat prachtige gebouw dat in de stad stond, het huis van God:
‘Breek deze tempel maar af en ik zal in 3 dagen deze tempel weer opbouwen.’
Nicodemus wil er meer over weten en besluit naar Jezus te gaan.
Daarom loopt hij in het donker door de stad, op zoek naar het huis waar die Jezus is.
Eigenlijk is het maar vreemd dat hij naar die Jezus toe gaat,
omdat de mensen meestal naar hem, Nicodemus, toekomen
als ze willen weten over hoe God in hun leven bezig is.
Zo klopt Nicodemus bij Jezus aan:
‘Rabbi, wij weten dat u een leraar bent, die door God is gezonden. Niemand kan deze tekenen en wonderen doen die u doet, zonder de aanwezigheid van God.’
En dan opeens, weet hij welke woorden hij heeft voor wat er in hem omging,
waar hij eerst de vinger nog niet op kon leggen – wat hij aan Jezus wilde vragen:
hij bespeurt in Jezus de aanwezigheid van God.
Nicodemus weet veel over God.
Hij heeft over God gestudeerd vanaf zijn kindertijd,
jaren besteed aan het bestuderen van de Schrift en de rabbijnse wet.
Maar hij weet niets van de aanwezigheid van God.
Hij heeft veel informatie over God, maar verlangt naar een ervaring van God,
dat hij merkt dat God ook in zijn leven werkt.
Zou God naar wie hij zo verlangt hem op weg gebracht heeft om Jezus te ontmoeten?
Misschien denk jij juist: dat is toch raar voor iemand die zoveel van de Bijbel weet
en zoveel met God bezig is, elke dag bidt en elke dag de Bijbel heel nauwkeurig leest,
dat zo iemand zou willen merken dat God in zijn leven werkt.
Dat is toch niet zo moeilijk te merken?
Als je wakker wordt, dan weet je toch dat God er is? Want Hij geeft je een nieuwe dag.
Hij laat het weer licht worden, zorgt er voor dat straks in de lente de vogels weer fluiten,
dat er bladeren aan de bomen komen, dat je eten hebt.
Je merkt dat God er toch is, omdat Hij voor je zorgt.
Als de juffrouw of meester op school de verhalen vertelt, dan merk je toch ook iets van God?
Afgelopen week hebben jullie veel dezelfde verhalen gehoord:
– het volk Israël dat uit Egypte mocht gaan
– de koperen slang die op een stok werd gedaan
– over die man die een heel grote schuld had en die niets meer hoefde terug te betalen
– over Lydia die in de Heere Jezus ging geloven.
Jullie hebben niet alleen verhalen gehoord, maar ook liederen geleerd,
zoals De vrede van God en Je hoeft niet bang te zijn.
Als je zulke verhalen hoort en als je deze liederen hoort, dan merk je toch iets van God?
De Heere Jezus heeft trouwens een vreemd antwoord voor Nicodemus
en Nicodemus begrijpt er zelf ook niet.
Jezus zegt: ‘Nicodemus, als jij bij die nieuwe wereld wilt horen, die er door God komt,
dan moet je op een nieuwe manier geboren worden.’
Nicodemus kijkt verbaasd op. Hij had een heel andere reactie verwacht.
Hij had verwacht dat de Heere Jezus hem kon uitleggen, hoe God zou merken
En nu zegt die Jezus dat hij opnieuw geboren moet worden.
Hij is toch al geboren?
Hij ziet het al voor zich: dat hij opnieuw in de buik van zijn moeder kruipt:
Daar is hij toch veel te groot voor.
Dat kan toch niet?
Jezus zegt het nog een keer: ‘Nicodemus, als jij bij die nieuwe wereld wilt horen,
die er door God komt, dan moet je op een nieuwe manier geboren worden.’
Nicodemus kijkt de Heere Jezus vragend aan. Hij begrijpt er nog helemaal niets van.
Dan legt Jezus het hem uit: daar kan alleen de Heilige Geest voor zorgen.
De Heilige Geest komt uit de hemel, bij God vandaan, door God gestuurd
En door de Heilige Geest kunnen we merken dat God er is in ons leven.
In enkele klassen hebben we er afgelopen week over gehad wat de Heilige Geest doet.
Wat doet de Heilige Geest?
– De Heilige Geest helpt je met kennis over de Heere God
– de Heilige Geest helpt je om te begrijpen en te zien hoe de Heere God bij jou is.
– de Heilige Geest zorgt ervoor dat de Heere Jezus in je hart is.
– Hij kan er ook voor zorgen dat je verandert
– Hij kan je troosten als je verdrietig bent.
Nicodemus heeft de Heilige Geest nodig.
Je moet op een nieuwe manier geboren worden.
Je bent al een keer als kind geboren. Dat hoef je niet over te doen en dat kan ook niet.
Maar je moet wel de Heilige Geest in je krijgen en die heb je nodig.
Want als je de Heilige Geest hebt, krijg je eeuwig leven.
Iedereen die als baby geboren is, moet een keer sterven.
Je kunt sterven als je heel oud bent, maar ook als je jong bent.
Maar als de Heilige Geest in je woont, blijf je leven, ook al ben je gestorven.
Het wordt Nicodemus niet er niet duidelijker op: blijven leven, ook al ben je gestorven.
Iedereen die een begrafenis heeft meegemaakt,
weet dat als je gestorven bent, je dood blijft. Je zou wel willen dat je bleef leven.
Dan zegt Jezus tegen hem: Nicodemus, Ik zal het je nog een keer uitleggen,
op een andere manier. Nu met een Bijbelverhaal.
Dat Bijbelverhaal heb ik in de klas van groep 3 verteld:
Het was een verhaal van het volk Israël in de woestijn.
Het volk was al zo lang in de woestijn en het moest weer een omweg maken.
Omdat ze niet door Edom, ze moesten weer door de woestijn.
De mensen gingen mopperen: ze zijn al zo lang onderweg.
En ze eten elke dag manna: gisteren aten ze manna, eergisteren, vorige week, vorig jaar
En morgen zullen ze het weer eten, overmorgen weer, en volgende week, volgende maand.
Ze mopperden: in Egypte was het veel fijner.
Wat hadden ze in Egypte?
Ze waren niet vrij, ze moesten hard werken, ze waren slaaf, de jongetjes werden gedood.
Maar dat was beter dan die woestijn hier.
Ze mopperden niet alleen op Mozes, maar ook op de Heere God.
Er kwam een straf: er kwamen slangen.
Giftige slangen. Als de mensen gebeten werden, werden ze ziek en overleden ze.
Ze schrokken en beseften dat ze iets ergs gedaan hadden.
Ze hadden spijt en gingen naar Mozes toe of er toch niet iets gedaan kon worden,
zodat ze niet hoefden te sterven en konden blijven leven.
Mozes moest iets maken:
een slang van koper – op een stok en die stok omhoog houden.
Iedereen die de slang van koper zag op een stok, werd weer gezond en bleef weer leven.
De slang op de stok – dat is nu ook wat er met de Heere Jezus gebeurde.
De koperen slang moest op een stok staan, zodat iedereen die slang kon zien.
Zo werd de Heere Jezus ook opgetild: aan het kruis, zodat alle mensen Hem konden zien.
Wie de Heere Jezus aan het kruis zag, kon blijven leven.
Daar is Hij niet gebleven. Hij is nu naar de hemel gegaan.
Nu kun je niet met je gewone ogen kijken en Jezus zien, maar wel door de Heilige Geest
En dat mag je weten:
Jezus die aan het kruis hing en net als die koperen slang werd opgetild,
zodat iedereen Jezus kon zien – net als die slang toen in de woestijn,
Hij is nu in de hemel.
Door de Heilige Geest kunnen wij Hem in de hemel zien. Niet met gewone ogen,
maar met ogen van geloof.
En kunnen we naar hem toegaan, als we bidden, over Hem zingen, over Hem nadenken,
Als we geloven.
Dan krijgen we het eeuwige leven.
Want dat is wat God wil: dat we voor altijd blijven leven, dat we dat eeuwige leven krijgen.
Daardoor krijgt iedereen die in Hem gelooft, het eeuwige leven.
Want Gods liefde is zo groot, dat God zijn enige Zoon gegeven heeft.
Iedereen die in Hem gelooft zal niet sterven, maar voor altijd leven.
Amen
Afgelopen week was ik in groep 3
en kreeg ik de vraag of ik het lied dat we gezongen hebben wilde uitleggen.
Dat lied is ook op de Looschool geleerd, op de Timotheüsschool, op de Regenboog.
Vrede van God – vrede betekent dat er geen ruzie meer is, geen oorlog of conflict.
Vrede van God betekent dat het weer goed is met God.
Dat alle verkeerde dingen die je gedaan hebt, de zonde, weg zijn, vergeven zijn.
Je bent weer vrij om naar God toe te gaan.
Die vrede is er door de Heere Jezus gekomen. Omdat Hij aan het kruis is gekomen.
De Heilige Geest zorgt ervoor dat ook wij die zegen kunnen ontvangen.
Dat die vrede, waar we over zongen, ook in jouw hart en mijn hart kan komen.
Vrede van God, de vrede van God,
De vrede van God zij met jou.
Vrede van hem, vrede van God,
De vrede van God zij met jou.
In Jezus’ naam, in Jezus’ naam,
In Jezus’ naam geef ik jou:
Vrede van hem, vrede van God,
De vrede van God zij met jou.
Heilige Geest, de Heilige Geest,
De Heilige Geest zij met jou.
Vrede van hem, vrede van God,
De vrede van God zij met jou.
Het mooie van dit lied is dat het een wens is, of eigenlijk een zegen:
Je wenst dat iedereen die dit lied hoort ook die vrede van God krijgt, in het hart.
Door dit lied te zingen geef je de vrede van God door.
Als die vrede in je hart komt, door de Heere Jezus, door de Heilige Geest,
dan wordt je vrij: vrij van de zonde, vrij van de duivel, vrij van de dood.
Al zul je nog wel sterven, maar dan mag je na je sterven voor altijd blijven leven
en bij de Heere Jezus in de hemel zijn.
Hij schenkt uit goedheid zonder peil, ons ‘t eeuwig zalig leven.
Hij kan en wil en zal in nood, zelfs bij het naadren van de dood
volkomen uitkomst geven. Amen