De Bijbel als gids bij levensvragen

De Bijbel als gids bij levensvragen
Jongeren en Bijbellezen (4)

Op allerlei manieren is een jongere bezig met levensvragen. Levensvragen van jongeren hebben onder andere te maken met hun eigen identiteit en hun toekomst. Een jongere de eigen levensweg wel verschillende raadgevers om zich heen hebben: ouders (of verzorgers), vrienden, leraren. Ook de Bijbel kan helpen om na te denken over deze levensvragen. Daarbij gaat het er lang niet altijd om dat de Bijbel een antwoord geeft op levensvragen, maar de Bijbel het eigen leven in een ander perspectief plaatst (reframing). In de literatuur over pastoraat en godsdienstpedagogiek zijn daar indrukwekkende voorbeelden van te vinden.
Een voorbeeld uit een boek dat ik zelf vertaalde:

J., een jongeman van 19 jaar, heeft mij over zijn problemen verteld, preciezer: van een warboel van problemen, die cirkelen om de vraag naar zijn verdere toekomst wat beroep betreft. Hij zou – vertelt hij ademloos – tegen de wil van zijn ouders het conservatorium willen gaan doen, nu hij klaar is met zijn opleiding tot elektricien. Tegelijkertijd is hij er bang voor dat hij de breuk met zijn ouders niet aan kan. Daarom werkt hij voorlopig nog. Zo lang hij echter werkt, heeft hij geen tijd om zich voor te bereiden op het toelatingsexamen. Maar wanneer hij niet slaagt, zou het moeilijker zijn om nog een poging te wagen. Wanneer hij zijn wens voor deze studie opgeeft, dan heeft hij het gevoel, het ‘eigenlijke’ van zijn leven te missen, maar aan de andere kant vraagt hij zichzelf af of hij wel verstandig bezig is. Kan ik als musicus wel mijn brood verdienen? In het verdere verloop van het gesprek wordt het mij duidelijk, dat zijn eerste opgave eruit bestaat om eerst eens alles op een rijtje te zetten en te kijken op welk niveau de problemen zich bevinden. Hij moet prioriteiten stellen en zich realistische doelen stellen, in plaats van alles steeds weer door zijn hoofd te laten malen, waardoor hij zich steeds overvraagt en blokkeert. Aan het eind van het gesprek verklaart J.: ‘Nu, ik zal maar naar huis gaan en daar eerst opschrijven wat ik eerst moet doen en wat ik daarna moet besluiten.’ Ik antwoord: ‘Ik ben van mening, dat je nu alles op een rijtje moet zetten en dat je er dan niet voortdurend over na moet blijven denken.’ Ik voeg er aan toe: ‘Er schiet me iets te binnen. Je herinnert je vast het Onze Vader. Een van de beden luidt: ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’. Dat “heden” is belangrijk. Wij krijgen zoveel kracht als wij nodig hebben voor een dag. Daarom moeten wij ons niet meer gaan voornemen, dan er mogelijk is op een dag.’ Daarop zegt J.: ‘Dan zou het beter met mij gaan.’ Ik antwoord: ‘Alles op een rijtje zetten is al een goede eerste stap.’ Later, nadat wij een nieuwe ontmoeting hebben afgesproken, zeg ik bij het afscheid: ‘Ik zal de komende dagen, wanneer ik het Onze Vader bidt, bij het woord “heden” aan jou denken.’ (Uit: Peter Bukowski, De Bijbel ter sprake brengen, p. 88-89)

De Bijbel staat vol verhalen, beelden, zinsneden die helpen om de levensvragen te doordenken of vanuit een bepaald perspectief te laten zien. Jongeren zijn niet altijd gewend om de Bijbel hun zoektocht door het leven te betrekken. Het is dus van belang om jongeren te laten zien op welke manier de Bijbel voor hen een gids kan zijn bij levensvragen. Dat vraagt aan de ene kant een respectvolle openheid naar het levensverhaal van de jongere en aan de andere kant een respectvolle vertrouwdheid met de verhalen, de beelden en de formuleringen die de Schrift bevat. Bovendien is het nodig dat er moment geschapen worden, waarbij het levensverhaal van de jongere en de woorden van de Schrift met elkaar verbonden worden.

Ds. M.J. Schuurman

Uit het hoofd preken?

Uit het hoofd preken?

De laatste tijd komen er steeds meer pleidooien om uit het hoofd te preken. We kunne hierbij denken aan het boekje, dat ds. Ron van der Spoel enkele jaren geleden publiceerde: Passie voor preken.
Ook in Duitsland klinkt dat pleidooi steeds vaker. Volkert A. Lehnert publiceerde een pleidooi onder de titel: Geen blad voor de mond. Zonder manuscript leren preken in 7 stappen (een kleine praktische homiletiek).

Arndt E. Schnepper schreef een boek met de titel Uit het hoofd preken. Zonder manuscript op de kansel. Gezien de snelle herdrukken lijken deze boeken in een behoefte te voorzien. Schnepper is van mening dat iemand, die uit het hoofd preekt, meer open staat voor het werk van de Heilige Geest. Preken uit het hoofd doet meer recht aan het evangelie, vindt hij. Ook in de Bijbel gebeurt de verkondiging zonder een manuscript, geeft Schnepper aan.

Inmiddels is er een tegenbeweging ontstaan. Michael Meyer-Blanck, Alexander Deeg en Christian Stäblin vrezen dat het preken uit het hoofd ontaardt in een soort smalltalk met de gemeente; een preek die inhoudelijk onder de  maat is Zij bepleiten een zorgvuldige voorbereiding van een preek.

Zij geven de discussie ook een bepaalde draai: hoe kan de prediker zijn preek zou brengen, dat er wat gebeurt?

ds. M.J. Schuurman

Voor God gemakkelijk

Middelbare scholier in een gesprek over het verhaal van Jezus en de overspelige vrouw (Johannes 8): voor God is het gemakkelijk om te zeggen dat wij moeten vergeven. Hij is slechts toeschouwer. Wij hier op aarde leven tussen de moordenaars en criminelen. Zij kunnen hetzelfde weer doen. Voor ons is vergeven moeilijker omdat wij het risico hebben zelf het slachtoffer te worden.
(Uit het boek over #jongerentheologie)

Jongerentheologie

Jongerentheologie

Kunnen jongeren ook theoloog zijn? Wellicht een verrassende vraag, want theologie en jongeren zullen niet snel aan elkaar gelinkt worden. De meeste jongeren hebben een bepaald beeld van God, maar daarbij speelt theologie vaak nauwelijks een rol. Ze ontlenen hun voorstelling van God aan hun eigen ervaringen en gedachten. Soms worden deze voorstellingen verrijkt met beelden uit de Bijbel, met wat de media hen aanreikt of met wat er in de muziek bezongen wordt. Het blijkt dat jongeren hun eigen voorstelling van God bewust zijn en dat zij in staat zijn om op hun eigen geloof te reflecteren.


Voor Thomas Schlag en Friedrich Schweitzer is het gegeven, dat jongeren in staat zijn om op hun eigen geloof en hun eigen beeld van God te reflecteren, aanleiding om aandacht te vragen voor jongeren als theoloog. Schlag en Schweitzer zijn gerenommeerde godsdienstpedagogen en hebben onlangs een boek gepubliceerd over jongerentheologie.


Uitloop van de kindertheologie
Er zijn verschillende factoren geweest, die hebben geleid tot deze publicatie over jongerentheologie. Allereerst is er een decennium nagedacht over kindertheologie: de gedachten en uitspraken die kinderen hebben over God en Jezus. Kinderen laten zien dat zij op hun eigen manier nadenken over God, over Jezus of over henzelf. Sinds 2002 verschijnt er een Jahrbuch für Kindertheologie en vorig jaar was er in Kampen een internationale conferentie voor kindertheologie.
In de publicaties en onderzoeken kwam steeds de bovengrens van kindertheologie in zicht. Een kind van 8 denkt en redeneert anders dan een jongere van 16. Een kind spreekt gemakkelijker vrij uit in de groep. Een jongere zal in een grote groep niet snel iets over God of over zijn eigen geloof zeggen. Als ze over hun geloof of over God praten, zullen ze dat eerder tegenover vrienden doen. Een kind accepteert vaak nog wat er op school, in de kerk, in de kinderbijbel of door de ouders wordt aangereikt. Een jongere is bezig met zijn eigen ontwikkeling, waarin hij of zij bewust afstand neemt van de kindertijd. Een jongere kan daarbij ook bewust afstand nemen van de voorstellingen, die hij of zij had van God. Een verschil is ook, dat de uitspraken en gedachten van jongeren over God altijd een autobiografische kant hebben. De manier waarop zij over God nadenken heeft alles te maken met wat zij meegemaakt hebben. Anders is ook de houding ten opzichte van de kerk: jongeren hebben nauwelijks de verwachting dat de kerk hen kan helpen bij de vragen over geloof en leven, die zij hebben. (Daarbij moet ook worden verdisconteerd dat het afzetten tegen de kerk ook te maken kan hebben met het zicht willen afzetten tegen de manier waarop volwassenen in het leven staan.)

 Thomas Schlag                      Friedrich Schweitzer

Jongeren als subject
Een andere factor, die geleid heeft tot deze publicatie is het standpunt, dat de godsdienstpedagogiek en het kerkelijk jongerenwerk de jongeren steeds meer gaan waarderen als subject. Dat wil zeggen: jongeren zijn meer dan degenen die het geloof nog moeten leren. Zij zijn in staat om hun eigen afwegingen te maken. Binnen de godsdienstpedagogiek gaat het er steeds meer om, dat jongeren worden geholpen om te komen tot hun eigen, zelfstandige geloof. Er is hier sprake van een pedagogische paradox: jongeren worden nu reeds als subject behandeld, zodat zij in de toekomst subjecten kunnen worden.
Ook als het gaat om geloof en nadenken over God zijn jongeren reeds subject. In leerprocessen gaat het er niet om, dat zij aangeleerd krijgen hoe zij dienen te geloven, maar worden zij geholpen hun eigen weg te gaan. Die hulp is ook van belang. Jongerentheologie wil niet zeggen, dat jongeren niet geholpen kunnen of willen worden op hun weg in geloof.
Schlag en Schweitzer maken verschil tussen impliciete en expliciete theologie. De meeste jongeren kunnen hun geloof niet direct expliciet onder woorden brengen. Hun gedachten over God en hun geloofservaringen zijn meestal impliciet. In leerprocessen en gesprekken kunnen zij geholpenen uitgedaagd worden om hun gedachten expliciet te verwoorden. Jongerentheologie is daarom theologie van, met en voor jongeren.
Het nieuwe van de jongerentheologie is dat hier de aandacht gevraagd wordt voor de theologie van de jongeren. Vrijwel alle publicaties en onderzoeken met betrekking tot jongeren en hun voorstelling van God en geloof zijn duidingen van volwassenen.

Stellingname
De naam jongerentheologie is een stellingname. Theologie is namelijk vooral aan christelijk begrip. Joden en moslims zullen de reflecties op God en geloof niet snel theologie noemen. Bovendien veronderstelt theologie ook een gemeenschap en zelfs de gemeenschap van de kerk. Gezien de afstand die er geregeld is tussen jongeren en de kerk is dat ook een stellingname: Schlag en Schweitzer houden het voor mogelijk dat er weer toenadering kan zijn tussen kerk en jongeren. Zij zijn van mening dat de theologie en de kerk jongeren wel degelijk van dienst kunnen zijn.
Jongerentheologie is volgens Schlag en Schweitzer te typeren als een vorm van lekentheologie. Binnen de protestantse traditie is lekentheologie van groot belang, omdat de reflectie op God en geloof niet voorbehouden is aan experts, maar ook aan gemeenteleden (en dus ook aan jongeren!).
Theologie staat in dienst van de communicatie van het evangelie. Theologie heeft daarom een theoretische en een praktische kant. Theologie denkt na over God, geloof en leven (theorie) én helpt bij het onder woorden brengen en in praktijk brengen van geloof.
Jongerentheologie heeft diezelfde theoretische en praktische kant. De theoretische: de jongeren laten nadenken over hun eigen voorstellingen van God en op welke manier deze voorstellingen in verband gebracht kunnen worden (of gecorrigeerd kunnen worden!) door het evangelie. De praktische: hoe zij in hun eigen leven het geloof in praktijk kunnen brengen.

ds. M.J. Schuurman

N.a.v. Thomas Schlag / Friedrich Schweitzer, Brauchen Jugendliche Theologie? Jugendtheologie als Herausforderung und didaktische Perspektive (Neukirchen-Vluyn, 2011)

I did it my way

I did it my way

Vanmorgen liep ik tijdens een begrafenis langs een grafsteen met twee verschillende opschriften. Bij de vrouw had men het opschrift laten aanbrengen: Psalm 23. De HEER is mijn herder. De man had als opschrift: I did it my way. Eén grafsteen, twee verschillende levensvisies. Nu ik in een andere omgeving werk, intrigeert mij de combinatie van deze twee opschriften. I did it my way – deze tekst zou ik op de Veluwe niet snel aantreffen, maar is wel een typische tekst voor een Noord-Hollander. Ik bedacht hoe deze tekst juist het verschil aangaf tussen Noord-Holland en de Noord-Veluwe. De Noord-Hollander vraagt zich niet af, wat de familie van zijn manier van leven vindt. Dat zoekt hij zelf wel uit: ik doe het op mijn manier. Ik maak mijn eigen eigenzinnige keuzes. Wie dat zegt, laat zich niet gemakkelijk leiden door een ander. Ook niet door een Herder. Toch stonden beide teksten op één steen. Een eigenzinnige manier van leven en het geloof dat God het leven leidt, sluiten elkaar niet uit. In ieder geval voor de Noord-Hollander niet. Vandaar twee teksten op één steen.

Dat heeft consequenties voor de kerk: een kerk in Noord-Holland moet een eigenzinnige kerk zijn.

ds. M.J. Schuurman