Preek nieuwjaarsmorgen 2019
Hebreeën 12:1-2
Gemeente van onze Heere Jezus Christus,
Aan het begin van het nieuwe jaar kijken we vooruit,
benieuwd wat het nieuwe jaar ons brengt.
Misschien wordt dit jaar wel een bijzonder jaar voor je,
omdat je dit jaar verkering krijgt, een vaste baan, gaat trouwen, een kind verwacht.
Dat zijn momenten om naar uit te kijken.
Je kunt ook opzien tegen het nieuwe jaar, gespannen,
omdat je niet goed weet wat het jaar gaat brengen.
En nu je hier in de kerk bent, is er een gebed in je hart:
‘Heere, zegen mij en allen die bij horen.
Geef ons een goed jaar, waarin we het goed hebben met elkaar
een jaar waarin we dicht bij U mogen leven en mogen groeien in geloof.
We beginnen het nieuwe jaar op deze eerste dag met de aansporing uit Hebreeën:
Houd je oog op Christus gericht!
Dat is toch de beste manier om dit nieuwe jaar te beginnen.
Door op te zien naar de hemel, waar Christus is,
onze Heer die op aarde geweest is en nu in de hemel is,
Waar Hij aan Gods rechterhand zit en samen met Zijn Vader regeert
over ons leven en over deze wereld.
Richt je gedachten op onze Heer, die in de hemel is
en stel je hart open voor Hem, zodat Hij in je hart kan wonen!
Die aansporing om de aandacht op Jezus in de hemel te houden
klinkt niet zomaar in de Hebreeënbrief.
De aansporing om Jezus in het oog te houden is gericht aan gelovigen
die allerlei zorgen hebben, waardoor ze vergeten aan Jezus te denken.
De gelovige wordt hier voorgesteld als iemand die mee doet aan een hardloopwedstrijd,
waarbij het niet er niet om gaat wie als eerste over de finish komt
Je kunt het meer vergelijken met een sponsorloop,
zoals die over enkele weken in onze gemeente gehouden wordt tbv de winteractie.
Het gaat om het volhouden.
De wedstrijd vraagt om uithoudingsvermogen,
waarbij je, als je voelt dat je moe wordt, niet opgeeft, maar verder gaat.
Het geloof in Christus is niet iets dat je zomaar doet,
het kost inspanning en kracht en vooral: je moet niet zomaar opgeven als het niet lukt,
maar je moet jezelf aansporen en volhouden, verdergaan.
De wedstrijd van het geloof loop je niet in je eentje.
Er zijn mensen gekomen die je willen aanmoedigen.
Het zijn Abel en Noach en Abraham, Sara, Mozes en Rachab
en al die anderen die eerder geleefd hebben.
Op de tribune kunnen ook familieleden van je zitten, een vader of moeder, opa of oma,
een broer of zus, die de wedstrijd ook gelopen hebben en de eindstreep hebben gehaald
en mogen uitrusten van de wedstrijd die ze hebben afgelegd.
Ze kijken in de hemel niet werkloos toe, met hun rug naar de aarde gekeerd.
Nee, ze zitten op de tribune om je aan te moedigen om vol te houden.
Zo zijn we verbonden met degenen die al overleden zijn en ook in Christus hebben geloofd.
Misschien zie je wel allerlei bekenden daar op de tribune zitten.
Als er supporters zijn, dan voel je je tijdens een wedstrijd meer gestimuleerd.
Je ervaart de steun, juist als het geloven niet iets dat je zo maar even fluitend doet,
is er de support van al diegenen die zelf deze wedstrijd ook hebben gelopen.
Als je deze wedstrijd loopt, heb je niets aan allerlei ballast.
Hardlopers nemen geen complete rugzak aan bagage voor onderweg mee,
maar trekken alleen het hoognodige aan kleren aan.
En wielrenners zorgen er dat hun fiets zo licht mogelijk is
om onderweg geen last te hebben van het gewicht
en zwemmers maken hun zwemuitrusting zo,
dat ze zo min mogelijk last hebben van de weerstand van het water.
Zo moeten we als gelovige zo min mogelijk extra bagage meenemen.
Het is niet helemaal duidelijk wat er mee bedoeld wordt.
Je kunt allerlei zorgen met je meedragen, die als een zware rugzak op je rug hangt
en je weet: ik moet die zorgen eigenlijk in Gods handen leggen
en ook aan het begin van het nieuwe jaar moet ik erop vertrouwen
dat het beter is om ze in Gods handen te leggen dan er zelf mee te zeulen,
maar je geeft ze niet zo makkelijk af
en als je ze afgeeft, dan blijven ze rondspoken in je hoofd en in je hart.
Doe dat niet en geef aan het begin van het nieuwe jaar je zorgen uit handen
in handen waar ze horen: Gods handen en richt je aandacht op Christus!
Bij een wedstrijd heb je ook tegenstanders, die je zoveel mogelijk uit je ritme houden,
om te voorkomen dat je de eindstreep haalt,
die je onderweg willen laten struikelen, die willen zorgen dat je uit de bocht vliegt,
zodat je moet stoppen en niet aankomt bij de finish.
Hier wordt gesproken over zonde, waardoor je als gelovige onderweg struikelt,
die je belemmeren om voluit te rennen in de kracht van Christus.
Het is altijd goed om tegen de zonde te strijden,
maar hier wordt een extra reden gegeven:
het zijn obstakels, waardoor je niet vrijuit kunt gaan.
Het wordt hier niet concreet uit de doeken gedaan om welke zonden het zou kunnen gaan.
Ik denk dat iedereen voor zichzelf wel weet, welke zonde voor jou een belemmering is,
die jou wil doen laten struikelen.
Voor de één is dat je graag roddelt.
Voor een ander dat je allereerst aan jezelf denkt en je niet met anderen bezig houdt.
Of je bent gevoelig voor luxe en ga je grenzen over om die luxe te bereiken.
Het kunnen seksuele verleidingen zijn.
De aandacht richten op Jezus is bedoeld, dat je daarmee niet gericht bent op de zonde
die probeert om je hart een plek te veroveren om daar voor altijd te zijn.
Kijken naar Jezus is bedoeld als een manier om sterk te staan in de strijd tegen je zwakten.
Hoe kun je Jezus dan zien?
In de preek van Tweede Kerstdag heb ik aangegeven
dat het voor de gelovigen van die tijd niet zo eenvoudig was om Jezus voor zich te zien.
Hoe kunnen ze dan naar Jezus kijken?
Ook dat past in het beeld van de wedstrijd, die we als gelovigen lopen.
Bij een wedstrijd kon er een eregast zijn,
die was uitgenodigd om de wedstrijd meer gewicht te geven.
Die eregast reikte dan ook de prijs uit, waardoor je als winnaar nog meer eer ontving.
Hier is Christus de eregast.
Dat betekent in ieder geval, dat Hij ook aanwezig is tijdens de wedstrijd van het geloof.
De hindernissen en hobbels die je als gelovige kunt hebben,
kunnen je soms het idee geven dat je maar in je eentje loopt,
zonder dat iemand weet heeft van de strubbelingen die je doormaakt.
Maar met het beeld van Christus als eregast wordt juist aangegeven dat Hij er bij is,
dat Hij niet afzijdig staat, maar je ziet en aanmoedigt
en aan de finish wacht om je de prijs te overhandigen, die Hij je alleen kan geven.
Je aandacht richten op Jezus is dus mogelijk, omdat Hij erbij is,
je ziet en je aanmoedigt.
Als je je aandacht richt op Jezus, dan ontvang je de kracht die Hij je wil geven,
om vol te houden, om verder te gaan.
Het is Jezus, die aangekomen is in de hemelse heerlijkheid
en zijn werk op aarde heeft verricht en is aangekomen bij Zijn Vader.
Dat Hij in de hemel is, betekent niet dat Hij ons heeft achtergelaten.
Vanuit de hemel moedigt Hij ons aan en stimuleert ons: Hou vol, ga in Mijn kracht!
Je aandacht richten op Jezus die in de hemel is, dat is net als bij het avondmaal:
Je gaat in gedachten, je gaat in je hart in de hemel en je komt bij Christus.
Maar je mag daarbij ook denken aan de weg die Jezus zelf heeft afgelegd.
Hij kwam naar de aarde en legde de hemelse heerlijkheid af,
Hij werd mens, net als wij.
Er is een reden waarom we het steeds over Jezus hebben
en waarom we onze aandacht op Hem moeten richten.
Jezus is namelijk degene die vooropgaat, de aanvoerder.
Jezus wordt hier vergeleken met een veldheer,
die op een paard zit en boven iedereen uitsteekt en bovendien als eerste de strijd aangaat.
Zijn moed, zijn kracht om te strijden geeft ons weer moet we gaan achter Hem aan.
Zoals een vermoeide soldaat zijn aanvoerder zit en zich weer krachtig voelt,
omdat zijn heer voorop gaat in de strijd en daardoor zich bij elkaar raapt en gaat.
Een aanvoerder is iemand die in onrustige tijden
als niemand weet wat er gedaan moet worden
het voortouw neemt en duidelijk de koers uitzet
en iedereen mee weet te krijgen de nieuw tijd in.
Een aanvoerder is iemand, die als eerste durft, die als eerste de strijd waagt.
Zo kijken we aan het begin van het nieuwe jaar naar Jezus,
Die vooropgaat, waardoor we kunnen volgen, die ons kracht en moed geeft.
Op Hem is ons geloof gebaseerd.
Hij is het fundament waarop ons levenshuis gebaseerd is.
Wat er ook aan mooi weer, of wat er ook aan stormen komt in het komende jaar,
als ons huis op dit fundament is gebouwd, staat het stevig.
Over Jezus wordt meer gezegd dan dat Hij voorop gaat.
Hij is ook degene die ons geloof voltooit, af maakt, wat onvolmaakt is, volmaakt maakt.
En dat is maar goed ook, want als geloof betekent dat er veel van ons gevraagd wordt,
Dat we ons volledig moeten inzetten, kunnen er momenten zijn,
Waarop het niet lukt, waarop we stagneren of zelfs struikelen of uit de bocht vliegen.
Er kunnen momenten zijn, waarop je denkt: mijn geloof valt helemaal in stukken
en ik ben niet meer in staat om het te maken.
Dat zal je in het komende jaar ook kunnen overkomen.
Ook daarom moeten we naar Jezus kijken: die heel kan maken,
die kan voltooien wat wij niet kunnen voltooien.
Als je je aandacht op Christus richt, kun je ook terugdenken
aan de weg die Hij heeft afgelegd, een bijzondere weg.
Hij kwam uit de hemel en daalde op aarde neer, zonder de hemelse heerlijkheid.
Het was geen makkelijke weg, die Hij hier op aarde had.
In een van de formulieren die we lezen, staat dat Hij vanaf het begin van Zijn menswording
de straf van God voor ons heeft gedragen.
Vanaf het begin dat Hij mens werd, toen Hij in de kribbe lag en de herders kwamen
en de wijzen uit het oosten kwamen omdat ze geroepen werden door een ster.
Alle fouten die wij dit komende jaar zullen maken,
heel het oordeel van God dat over 2019 zal liggen, heeft Hij toen al gedragen.
En dat heeft Hem heel veel gekost: het was een weg van spot, van schande,
waarin Hij zichzelf vernederde.
Dat mag ons troost en houvast geven aan het begin van het nieuwe jaar:
dat de misstappen die we maken, de zonden die we begaan,
al weggedragen zijn, omdat Jezus ze meegenomen heeft aan het kruis.
Dat is niet om ons gemakzuchtig te maken.
Integendeel, als je kijkt naar Jezus aan het kruis,
dan kun je daar toch niet gemakkelijk over denken,
dan kun je toch niet verder gaan met achteloos leven, met God negeren,
met je volop aan de zonde overgeven als je weet, dat dat toen allemaal gedragen is.
Christus had dat voor ons over,
want Hij keek vanaf het kruis naar de hemel, niet voor zichzelf alleen,
maar ook voor ons.
Want Hij wist, toen die weg ging, zal er later voor u, voor jou een plek in de hemel zijn,
gereinigd door Zijn bloed. Daardoor hield Hij stand.
Zoals Hij naar ons keek en voor ons ging,
zo kijken wij aan het begin van het nieuwe jaar naar Christus,
naar hoe Hij aan het kruis ging en volhield en niet opgaf, omdat Hij dacht aan ons.
Zo kijken we naar Hem, die nu al in de hemel is, om plaats te bereiden.
We weten niet wanneer we daar zullen aankomen,
of wanneer Hij terugkomt om ons te halen.
We weten niet of dat in het komende jaar al gebeurt, of dat er nog jaren zullen volgen.
Bij alles wat ons bezig houdt, weten we dat we gesterkt worden,
omdat er Iemand is die we in het oog kunnen houden: Jezus Christus, onze Heer.
Toen aan het kruis en nu in de hemel.
Laten wij met volharding e wedloop lopen die voor ons ligt,
terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof.
Amen