Preek zondagmorgen 13 oktober 2013
Bediening Heilige Doop
Schriftlezing: Genesis 6:9-22
Tekst: Maar met u zal Ik Mijn verbond maken; en u moet in de ark gaan, u, uw zonen, uw vrouw en de vrouwen van uw zonen met u. (Genesis 6:18)
Gemeente van onze Heere Jezus Christus,
De doop is een teken van het verbond, dat God met mensen sluit. Beste doopouders, de doop die jullie kind ontving, is een zichtbaar bewijs dat God jullie kind opneemt in Zijn verbond.
Wat betekent, dat: dat God een verbond sluit met mensen? Het woord ‘verbond’ wordt door ons niet zo vaak meer gebruikt, waardoor het onduidelijk kan worden wat de doop betekent.
Wanneer we het woord ‘verbond’ iets veranderen, namelijk in verbondEN wordt het een woord dat heel dicht bij komt.
Verbonden – dat zijn jullie, doopouders, met je kind. Al vanaf het moment dat het geboren is en voor de moeders vaak nog eerder, tijdens de zwangerschap is het al echt je kind waarmee je verbonden bent. En als het kind eenmaal geboren is, hoort het er direct bij. Al vanaf het moment dat het er is en aan je gegeven wordt.
Het zijn ontroerende momenten, die je als moeder en ook als vader nooit vergeet: de eerste momenten dat je kind er is, dat het aan je gegeven wordt en je je kind in je armen gelegd krijgt.
Je kind is niet meer weg te denken. Je kind hoort helemaal bij je en is helemaal met je verbonden. De eerste keer op stap gaan zonder je kind, is niet zo’n makkelijke stap. Zeker voor de moeders niet.
Al is de supermarkt misschien 100 meter verder op, je kunt eigenlijk niet zonder je kind weg.
In de eerste maanden laat je je kind met moeite achter en als je het al bij iemand moet achterlaten, doe je dat bij iemand met wie je heel vertrouwd bent. Je kind geef je niet zomaar uit handen.
Zonder je je kind ben je niet compleet, ben je er ook niet altijd met je gedachten bij, want je kunt dan denken aan je kind dat je hebt achtergelaten. Dat is verbondenheid. Hoe diep dat gaat is haast niet uit te leggen. Die band is niet meer weg te denken, zoals je kind ook niet meer uit je leven weg te denken is.
Die verbondenheid werkt niet alleen naar je eigen kind toe, maar wellicht ook naar je eigen ouders toe. Juist rondom geboorte en doop kun je bewust worden van de relatie die je met je ouders hebt.
Ook jullie ouders hebben bij een doopvont gestaan om jullie ten doop te houden. Sommige van jullie zijn wellicht op deze plaats gedoopt. Wanneer je zelf een kind ontvangt van de Heere, geeft dat ook weer een andere band met je ouders. En ouders die er niet meer zijn, worden juist in deze periode,
rondom de geboorte, in de eerste weken, op zo’n hoogtijdag als vandaag gemist. Op zo’n dag ben je met je moeder, je vader die er niet meer is, toch ook intens verbonden en geeft dat een gemis: Wat had je hen er graag bij willen hebben. Wat had je graag je kind aan aan je moeder of je vader willen laten zien. En wat had je moeder of je vader dankbaar geweest voor je kind en ook voor de doop die je aan je kind meegeeft. Zo ben je verbonden met je kind, met je ouders, met je familie.
Om welke verbondenheid gaat het in de doop? Wat laat de doop zien van de verbondenheid van God met jullie kind? Welke verbondenheid er tussen u en de Heere vanaf het moment dat u de doop ontving? Wat betekent het voor jou, dat je gedoopt bent?
Denk nog even terug aan het moment dat de kinderen werden gedoopt. Eerst kwam er water, toen werden de namen van de baby’s uitgesproken. Toen kwam er nog iets achteraan: ik doop u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Wat betekent dat?
Dat betekent, dat de Heere tegen deze kinderen zegt: Vanaf nu draag je ook mijn Naam. De Heere zei dat ook tegen jou, tegen u – toen u, toen jij werd gedoopt. Vanaf nu draag je ook mijn naam. Deze kinderen hebben allemaal een achternaam. Ze dragen allemaal de naam van hun aardse vader
en vanmorgen kregen zij er een naam bij. De doop zegt: Elise, je bent er ook ééntje van God. Je draagt nu ook de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. En je vader mag misschien trots zijn op zijn achternaam en de familie blij zijn dat er een stamhouder geboren is, je bent ook een Van Christus. En je hoort niet alleen een kind van deze ouders, je bent ook een schaapje van de goede herder. Je vader kan zich voornemen goed voor jou te zorgen en daarom zijn best te doen, maar vandaag geeft hij aan, dat er iemand is, die nog beter je zal zorgen, die je zelfs kan bewaren voor het kwade dat in je leven kan komen en vandaag ont vang je iets, dat je vader en je moeder je niet kunnen geven: je wordt ingelijfd in de gemeenschap van Christus’ dood en opstanding.
Dat zijn grote woorden: mag je van een kind al zeggen, dat het van Christus is? Zijn we niet voorzichtiger, zoals in het kindergebedje, waar het nog een vraag is: laat mij van die grote kudde ook een heel klein schaapje zijn? Heeft een kind niet een hele lange weg te gaan, een weg van verandering en bekering? Moet er niet eerst wat gebeuren?
Het doopformulier is veel stelliger: de doop betuigt dat God met ons een eeuwig verbond opricht
en dat Hij ons tot Zijn kinderen aanneemt. De doop is een krachtig signaal, dat de Heere deze dopelingen niet alleen wil opnemen in Zijn verbond, maar ook heeft opgenomen in Zijn verbond.
Dat moeten we niet gaan afzwakken, want dan halen we de betekenis van de doop onderuit en zeggen dan eigenlijk: ja, God belooft wel om verbonden te zijn, maar je moet maar afwachten wanneer dat gebeurt. Nee, God zegt: dat verbond is er – ook voor jou en om ervoor te zorgen dat je daar niet aan twijfelt, daarom wordt je gedoopt.
Die twijfel is wel heel herkenbaar: wanneer mag je nu zeggen, dat je van Christus bent, dat je bij Hem hoort?
Om die twijfel te voorkomen, wordt er gedoopt. Om te voorkomen dat jullie kinderen zich heel hun leven piekeren over die vraag, ontvangen ze de doop, om aan te geven, dat de Heere die verbondenheid ook voor hen geldt.
Nog voor zij kunnen lopen en praten, nog voor zij kunnen nadenken, nog voor zij iets kunnen doen. Dat is het bijzondere van Gods verbond. Gods verbond wil zeggen: Ik maak mijzelf verbonden, nog voor je iets kunt en beseft, nog voor je iets gedaan hebt, nog voor je iets op je naam hebt geschreven.
Ik ben de eerste in je leven, nog voor je een vader en moeder hebt, heb je mij al als hemelse Vader. Nog voor de innige band met je ouders, heb Ik al een band met jou. Een verbondenheid die niet te verbreken is, door niets, door niemand – ook door jezelf niet.
Dat houdt ook in dat God op de eerste plaats komt in het leven van je kind en jullie als ouders pas op de tweede plaats. Jouw kind dat je al die tijd bij je gedragen hebt, is allereerst Gods kind is en dan pas jouw kind. En dat jouw kind waar je voor wilt zorgen is allereerst aan Gods zorg toevertrouwd en dan pas aan jouw zorg toevertrouwd.
Wellicht heb je al het een en al geregeld voor je kind: een spaarrekening geopend. Voorheen kon het wel eens gebeuren dat je al voor de geboorte een kind moest inschrijven voor de kinderopvang of de basisschool. Door de doop laat de Heere zien, dat Hij jullie kind ook al heeft ingeschreven in Zijn verbond.
Wat dat betekent, dat de Heere jullie kind al heeft ingeschreven in Zijn verbond, kunnen we zien in het verhaal van de ark van Noach.
Het is één van de meest bekende en geliefde verhalen uit de Bijbel. Kinderen komen er op allerlei manieren mee in aanraking: van de kinderboeken waarop een boot vol met dieren staat afgebeeld tot aan de ark van Noach die bij Playmobil te verkrijgen is. We hebben met elkaar het begin gelezen, de opdracht die Noach krijgt om de ark te bouwen, want, zegt de Heere, er komt een grote vloed die alles zal overspoelen. Niemand zal het overleven. Alleen Noach krijgt de kans om te ontsnappen aan de ondergang, een kans om niet te verdrinken als hij een ark bouwt en daarin zijn vrouw en zijn zonen en hun gezinnen meeneemt.
Wat is een ark eigenlijk? Een schip? Zo wordt de ark van Noach vaak wel afgebeeld. Eerder een kist, dat stuurloos op de golven zal dobberen. Het woord ‘ark’ wordt ook gebruikt in het verhaal van Mozes als zijn moeder een arkje klaarmaakt, om te voorkomen dat de kleine Mozes in de Nijl zal verdrinken maakt zij een kistje, een arkje, dat zal wegdrijven op de golven tot het zal komen op de plaats waar God het brengt. Zo stuurloos op de golven, totdat God het ergens brengt, zo zal de ark van Noach drijven. Geen schip, maar een kist – eerder een doodskist, drijvend op de golven, nauwelijks zeewaardig. Gered in een doodskist – niet voor niets wordt de doop vergeleken met de ark van Noach. Redding, terwijl onder je het water alles overdekt en verdrinkt, terwijl de stromen over je heen komen en tegen je aanslaan en terwijl je denkt dat er niets en niemand meer is
die je redden kan, terwijl je het gevoel hebt, dat je verloren bent en alles verloren gaat, niemand die je redden kan – geen vader, hoe sterk of groot, dan gered worden door God. Door de dood heen.
Dat is het verbond dat God geeft.
Terwijl de wereld in elkaar stort, want dat is de zondvloed eigenlijk, geen houvast is er meer, geen grens, de mensen doen maar, ze maken elkaars leven kapot en God zegt die huiveringwekkende woorden, dat Hij de aarde te gronde gaat richten, er is geen reden meer om de chaos tegen te houden. Het water dat bruiste en alles vernietigde, dat door de Geest in bedwang werd gehouden en door de Heere werd tegen gehouden, wordt weer losgelaten en zal de aarde overspoelen.
In die tijd van de dreiging die op komt zetten, is er een weg die uitredding biedt: een kist, waarin Noach mag gaan, niet alleen – samen met zijn gezin en allen die bij hem horen samen met de dieren die ook een uitweg krijgen. Daarmee wordt de ark ook een teken van hoop, een uitweg. Een ontsnapping uit de ondergang, een weg eruit. Want zegt God: Noach, Ik sluit mijn verbond met jou. De golven zullen tegen je ark aanslaan, nauwelijks een schip te noemen, stuurloos zul je je voelen,
maar je bent wel met Mij verbonden. Op die golven zal Ik je dragen, en Ik zal je schip sturen en brengen waar het moet zijn. Ik zal je leven sparen en een nieuwe aarde geven waarop jij en je gezin mag wonen.
8 mensen konden er in de ark: Noach en zijn vrouw, 3 zonen en hun vrouwen. Zij horen bij het verbond dat God met Noach sloot. Het gold niet alleen hem, maar ook zijn gezin. En vanmorgen in deze doopdienst zeggen we: dat verbond dat de Heere sloot, geldt ook voor iedereen die is gedoopt. De ark bracht Noach naar een nieuwe wereld waarin God opnieuw begon. Zo laat de doop zien, dat God ons naar een nieuwe wereld wil brengen. De doop laat zien, dat God nu niet slechts 8 mensen wil redden, maar het liefst iedereen. Iedereen die net zoals Noach op God vertrouwde. Want Noach ging in de ark – hij geloofde dat de Heere hem zou redden. Wanneer je gelooft, stap je als het ware in de ark.
Wij hoeven niet meer echt in de ark, maar we hebben een andere ark: de Heere Jezus. De doop geeft aan: we mogen bij Hem aan boord stappen. De doop geeft aan dat de deur openstaat: voor u, voor jou, voor je kind – zoals Noach zijn gezin mee mocht nemen in de ark. en Hij brengt ons naar dat nieuwe land, van Hem.
Er zal hier veel gebeuren, maar we gaan niet onder en komen aan – bij Hem.
Zalig hij die in dit leven, Jakobs God als ark heeft
die door de nood gedreven, in die ark stapt.
Amen