Voor u is Hij geboren – Preek Eerste Kerstdag 2012

Voor u is Hij geboren
Preek Eerste Kerstdag
Lukas 2:11: U is heden geboren

Gemeente van onze Heere Jezus Christus,

Voor u is Hij geboren, zegt de engel. De engel richt zich niet alleen tot de herders. Deze woorden zijn bedoeld voor iedereen die ze hoort. Hij is voor u, voor jou geboren!

Voor u – als u hier zit en hoopt wat rust te vinden in deze dagen van Kerst. Omdat de afgelopen tijd een periode was van drukte en stress. En nu met de Kerstdagen hoopt u even wat tijd te vinden voor uzelf. Om weer bij te komen.

Voor u die bij uzelf denkt: ik zou vrolijk moeten zijn, want we vieren de geboorte van onze Heere. Maar echt vrolijk ben ik niet. Daarvoor was het afgelopen jaar te ingrijpend.

Voor u die naar deze dag hebt toegeleefd: omdat we op deze dag de geboorte van onze Heere en Heiland gedenken.

Hij is voor jou geboren. Je bent wellicht toe aan vakantie. Het afgelopen jaar op school was niet eenvoudig. Je moest er veel voor doen. Je moest er hard aan trekken.

Of je bent moe, omdat je in de afgelopen dagen veel moest werken in de winkel. Kerst betekent voor jou vooral bijkomen en bijslapen.

Voor jou is de Heere Jezus geboren. Je bent wellicht nog op zoek naar de Heere Jezus. Je wilt wel geloven, maar je zou wel wat meer willen weten hoe je dat doet: geloven. Je zou wel meer willen weten wat het betekent dat Christus voor jou is geboren.

Hoe wij hier vanmorgen ook bij elkaar zijn, wat de engel tegen de herders geldt, geldt ook voor ons: Heden is voor u geboren: Christus de Heere.
En ook voor u, voor jou geldt, wat voor de herders geldt: deze geboorte zal u, jou veel vreugde geven!

Wellicht is die vreugde er bij jou, bij u al. De muziek neemt je mee. Of het verlangen naar de Heere Jezus. Je zou wel mee willen met de herders, die zich haasten naar de kribbe. Om daar de Heere te begroeten. Om voor Hem neer te knielen. Zijn komst naar deze aarde betekent alles voor je. Loof God, gij christnen, maakt Hem groot. Bij Kerst hoort de vreugde. Dat kan zijn, omdat u in de geboorte van Christus uw verlangen vervuld ziet.

Vreugde hoort bij Kerst, vooral omdat de engel de vreugde aanzegt. Hij verkondigt de vreugde. Ook voor u, als u hier in de kerk bent en u voelt die vreugde niet. Ook aan u verkondigt de engel vreugde. Omdat ook uw redder geboren is.

Al maakt u zich zorgen om het komend jaar. Zal er dan nog werk voor mij zijn? Zal ik na zo lange tijd zonder werk te zitten toch werk vinden? Zorgen kunnen zo terneerdrukken. Zorgen kunnen de vreugde wegnemen.

En toch, wat de engel aankondigt kan ook vreugde geven aan degenen voor wie de vreugde ontbreekt. Omdat de vreugde waar de engel over spreekt, te maken heeft met dat Kind dat geboren is. Omdat Hij geboren is voor u. Voor jou.

Tot zijn krib roept Hij de mensen,
u en mij.
Kom, zegt Hij,
Ik vervul uw wensen;
laat u niet door schijn verblinden.
Wat gij mist
in Mij is ‘t
voor wie zoekt te vinden.
(Gezang 144 Liedboek voor de Kerken)

Wat u mist, is bij Hem te vinden. Dat gaat dieper en verder dan de zorgen om onze gezondheid of om ons werk. Om onszelf of om de mensen om ons heen. Daarmee wil ik niets afdoen van die zorgen. Het kan terecht zijn, dat u zich zorgen maakt. We leven niet in een gemakkelijke tijd. Het gaat verder dan de vraag naar een beetje alledaags geluk, waar wij soms al heel dankbaar voor kunnen zijn.

Een beetje alledaags geluk. Gewoon wat rust. Ik denk dat veel mensen daar in deze tijd naar snakken. Even wat tijd voor jezelf. De rest van wat je bezighoudt naast je kunnen neerleggen. Je kunt er soms zo naar verlangen.

Wat de engel aankondigt, hebben wij niet zelf in de hand. Wat de engel aankondigt, komt bij God vandaan. God zelf die naar deze aarde is gekomen. Geboren in een kribbe. Geboren voor u, voor jou, voor mij.

De engel komt niet zeggen: het verlangen naar alledaags geluk, naar wat rust en vrede om je heen is niet van belang. Nee, ook de herders in het veld hadden het vast niet gemakkelijk. Ze waren daar ’s nachts in ieder geval aan het werk. Ze hadden nachtdienst. Het was ook vast geen licht werk dat zij verrichtten.

Wat de engel aankondigt, is de geboorte van de Redder, de Zaligmaker. Door Hem kunnen wij leven. Ook al krijgen wij te maken met tegenslagen. Als wij ons werk kwijtraken. Of onze hypotheek straks niet meer kunnen betalen. Of als ziekte ons gezin binnenkomt. Door Zijn komst kunnen wij leven. Ook al hebben wij een kruis te dragen. Omdat Hij voor ons geboren is.

Heden, zegt de engel. Hij is heden, nu geboren. De engel kondigt een nieuwe tijd aan. Een nieuwe tijd sinds de geboorte van Christus naar deze aarde: het koninkrijk van God.
Het Kind, waar de engel over spreekt, dat voor ons geboren is, zal later zeggen dat het in het leven om meer gaat dan alleen om brood. Of om werk. Zoek eerst het koninkrijk van God! Het koninkrijk van God: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, zoals God heeft bedoeld. Waarop gerechtigheid woont. Waarop de Heere bij Zijn volk zal zijn.

Daarom is Hij voor u en mij geboren. Om deze nieuwe wereld, het Koninkrijk van God, te brengen. De Heiland, de Redder is geboren! God zelf wordt mens. Voor u en mij! Het Kind dat geboren is, laat zien dat de Heere zich over ons ontfermt. Dat Hij ons die nieuwe wereld, het Koninkrijk van God wil schenken.

Tot zijn krib roept Hij de mensen,
u en mij.
Kom, zegt Hij,
Ik vervul uw wensen;
laat u niet door schijn verblinden.
Wat gij mist
in Mij is ‘t
voor wie zoekt te vinden.
(Gezang 144 Liedboek voor de Kerken)

Wat gij mist – het leven meer is dan werk, dan brood, dan gezondheid. Meer dan het hier en nu. Ook al heeft dat ook zijn waarde. Het leven dat God ons wil geven en dat ons draagt. Dat ons bij God brengt en doet delen in Hem:

Wat gij mist
in Mij is ‘t
voor wie zoekt te vinden.

De engel mag het ook ons verkondigen: Grote vreugde voor u en voor jou! Hij die het leven is en God. Hij werd geboren – om ons dat leven te geven. Hij bracht een nieuwe tijd.
Nu ontsluit Hij weer de poort van ’t schone paradijs.Leven met God – het is weer mogelijk, want Hij opende de poort. Boven het hier en nu gloort het koninkrijk van God. Dat voor ons gekomen is in Hem.

Zoals Hij voor ons geboren is – voor ons. Zo zal Hij ook voor ons terugkomen – voor u, voor jou, voor mij. Dan zal de werkelijke vreugde, waar de engel over spreekt, aanbreken. Niemand zal dan meer zeggen: Vreugde? Ik voel geen vreugde!

Heden, zegt de engel, is er van die vreugde al iets aangebroken: Hij is gekomen. Wij verwachten zijn wederkomst.
U die voor ons geboren bent, neem ons ook mee naar de dag van uw vreugde, de dag waarop U tot ons wederkomt.
Amen

Vertrouwen op God of op iets anders?

Vertrouwen op God of op iets anders?  
2 Koningen 20:12-21

De koning van Babylonië hoort over de wonderbaarlijke genezing van Hizkia. Is deze koning onder de indruk gekomen van wat hij hoorde over de God van Israël? Eerst wordt de vijand Assyrië verslagen. Dan laat de God van Israël koning Hizkia als het ware uit de dood terugkeren. Wat wil de koning van Babylonië met het geschenk? De gunst van koning Hizkia kopen? Hizkia laat aan de gezanten van deze verre koning alle pracht en praal zien die hij bezit. Als hij de rondleiding heeft gegeven, komt de profeet Jesaja. Hij kondigt aan, dat de legers van dat verre land zullen alle rijkdom wegroven.
Had Hizkia te maken met verleiding om na alle indrukwekkende daden van zijn God toch onder de indruk te komen van zijn eigen prestaties? Geleidelijk aan kan vertrouwen op God worden ingeruild voor vertrouwen op iets anders.

Lied: Psalm 119:13,14

Geen acceptatie van Gods beslissing

Geen acceptatie van Gods beslissing       
2 Koningen 20:1-11

Na de bedreiging van Assyrië komt er voor Hizkia een andere bedreiging: hij wordt ziek. De profeet komt hem melden dat Hizkia de macht moet overdragen, want hij zal sterven. Hizkia kan deze boodschap niet accepteren. Is hij niet altijd trouw geweest aan God? Heeft hij zich niet laten leiden door de Here? Opnieuw zoekt Hizkia God op door middel van gebed. Bidden kan soms ook een worstelen met God zijn. In gebed kan de eigen situatie aan God worden voorgelegd. Hoe kan de Here hem deze boodschap geven? Hizkia begrijpt het niet en accepteert het niet. Opnieuw geeft de Here gehoor.
De profeet Jesaja is het paleis nog niet uit of hij ontvangt een nieuwe boodschap. De Here laat zich door Hizkia op andere gedachten brengen. Ook nu luistert God naar het gebed van Hizkia en geeft hem uitredding.

Lied: Psalm 116:1,2,3

De nederlaag

De nederlaag      
2 Koningen 19:29-37

Na dat gebed ontvangt hij via de profeet Jesaja een bemoedigende boodschap: “De koning van Assyrië is een wild paard. Nu raast hij nog, maar binnenkort zal hij door God getemd worden!” De profeet kondigt aan, dat het land weer zal opleven na de kaalslag door de Assyrische legers. Over enkele jaren zal het land helemaal hersteld zijn en zal niemand iets meer zien van wat de Assyriërs hebben aangericht. De Here kiest partij voor Zijn volk.
De koning van Assyrië veronderstelde dat hij God wel aankon. In één nacht blijkt dat zijn enorme legermacht niets voorstelt. Een enkele engel van God verslaat een compleet leger. De schande van deze nederlaag is zo groot, dat de koning bij terugkomst in zijn eigen land gedood wordt. Als zijn moordenaars op hem afkomen, wordt hij door zijn eigen god Nisroch niet gered.

Lied: Psalm 33:6,7

Schuilen bij God

Schuilen bij God 
2 Koningen 19:14-28

Wat kan Hizkia doen tegen de macht die hem en zijn stad bedreigt? De dreigende situatie wordt nog eens benadrukt door de brief die hij van koning Sanherib van Assyrië krijgt: “Niets kan je helpen. Jouw God niet en ook een andere grootmacht niet. Je bent mijn prooi.” Als Hizkia dat leest, kan hij zich alleen nog maar tot God wenden. Hij bidt tot God. Zijn God is geen machteloze god, zoals die van de door Sanherib overwonnen volken. De God die Hizkia dient is de God van hemel en aarde. De enige God die er is. Van deze God verwacht Hizkia hulp. Hij bidt er ook om. Bidden is schuilen bij God. Bidden is de steun van de enige God die er is inroepen. Welke kant kiest God? Kiest Hij voor de bijna overwonnen Hizkia?

Lied: Psalm 142:1,4,6

Boetedoening

 Boetedoening    
2 Koningen 19:1-13

Als de spot aan Hizkia wordt overgebracht, gaat de koning boete doen. Waarom? Wil Hizkia boete doen, omdat hij alle afgodenbeelden en altaren had vernietigd? De legeraanvoerder zei toch, dat Hizkia door die handelswijze het had verbruid bij zijn God? Doet Hizkia boete, omdat het vertrouwen op de Here hem ontglipt?
Hizkia beseft: de koning van Assyrië strijdt niet alleen tegen Jeruzalem, maar ook tegen de God van Israël. Beseft de koning van Assyrië wat hij doet? Strijden tegen de levende God? Het is dat besef, dat Hizkia naar de tempel doet gaan om boete te doen. Wie heeft het lef om zo op zijn eigen macht te vertrouwen en de strijd aan te binden tegen de God van hemel en aarde? De koning van Assyrië is verblind door zijn eigen macht en denkt zelfs God aan te kunnen.

Lied: Psalm 35:5,8,9

Het vertrouwen bespot

Het vertrouwen bespot
2 Koningen 18:13-25

Hizkia had gebroken met de politiek van zijn vader. Hij koos ervoor om niet meer loyaal te zijn aan de koning van Assyrië. Dat betekende dat Hizkia in opstand kwam tegen deze grootmacht. Hizkia kon er op wachten. Na veertien jaar komen de enorme legers van Assyrië het land binnen en veroveren bijna het gehele land. De hoofdstad Jeruzalem is een van de weinige steden die niet is veroverd. De stad is wel omsingeld door het enorme leger. De legeraanvoerder van de vijand bespot het vertrouwen van Hizkia: “Waar vertrouwt Hizkia op? Het is toch duidelijk dat de God van Israël niet op kan tegen de macht van Assyrië? Kan Hizkia wel op zijn God rekenen? Hij heeft toch alle altaren en beelden van deze God vernietigd?” Volgens deze legeraanvoerder vertrouwt Hizkia ten onrechte op de Here.

Lied: Psalm 22:3,5

De tijden veranderen

De tijden veranderen      
Jesaja 35:1-10

Als de tijden somber zijn door dreiging van geweld moet de profeet Jesaja vertellen dat er andere tijden komen. Een tijd waarin de wildernis zal bloeien. Een tijd van vreugde en blijdschap. Die vreugde en blijdschap heeft te maken met de aanwezigheid van de Here. Hij zal zo nabij zijn dat zijn schoonheid en luister zichtbaar is. Dat is nu anders. Nu is de ervaring dat Hij nog ver weg is. Hij wordt gemist. Het land ligt er nog verlaten bij. Geliefden zijn gevangen genomen en als ballingen gedeporteerd.
De tijden veranderen doordat God weer terugkeert. Wat een vreugde zal het zijn: God is weer terug en de gevangen genomen geliefden zullen weer thuis komen. De profeet roept het volk op om nu al moed te hebben. De vreugdevolle verandering zal geen loze belofte zijn!

Lied: Gezang 32:3,4,5

Een periode van verademing

Een periode van verademing   
2 Koningen 18:1-12

Hizkia lijkt totaal niet op zijn vader Achaz. Hij breekt op veel terreinen met de politiek van zijn vader. Alle godenbeelden worden verwijderd. Hij verovert land op de Filistijnen, die al eeuwen de aartsvijanden zijn. Hizkia weigert om nog langer vazal te zijn van Assyrië en komt in opstand. Een gevaarlijke stap, want de koning van Assyrië zou die opstand wel eens kunnen afstraffen.
Als deze Hizkia de troon bestijgt wordt dat beschreven als een verademing. Hij wordt geportretteerd als een krachtdadige koning. Door de activiteiten die Hizkia ontplooit, wil hij laten zien dat hij ervoor kiest weer loyaal te zijn aan de God van Israël. Ook vanwege zijn trouw aan zijn God wordt de regeringsperiode van Hizkia als een verademing beschouwd. Hizkia kan bovendien op de steun van de Here rekenen. Zijn vertrouwen wordt niet beschaamd.

Lied: Psalm 16:1,2

Geen ommekeer

Geen  ommekeer 
2 Koningen 17:34-41

Waarom keurt de God van Israël niet goed dat zijn volk ook andere goden dient? Omdat Hij een verbond gesloten had met het volk Israël. Een verbond betekent: je bent beiden loyaal en trouw aan elkaar. Als de Israëlieten zijn ze in hun hart niet loyaal aan hun God, keren ze zich van Hem af. Ze vergaten dat God hen had bevrijd. Hier eindigt de geschiedenis van het koninkrijk van Israël. Ondanks alle waarschuwingen door profeten heeft het niet willen luisteren en is het voortgegaan op de zelfgekozen wegen.
Blijkbaar is het niet gemakkelijk om de ware God te dienen. Het volk is steeds op zoek naar meer, naar anders. Als ze met hun God hadden geleefd, had Hij hen gered. Maar ook de ondergang van het koninkrijk Israël doet het volk niet omkeren. Wat helpt dan wel?

Lied: Psalm 78:14