Preek zondag 18 april 2021 morgendienst
Schriftlezing: 2 Korinthe 4:7-18
Gemeente van onze Heere Jezus Christus,
Moet God hierdoor werken?
Heeft de Heere niet iemand die beter in staat is om Zijn boodschap uit te dragen?
Ik weet niet of u deze gedachte wel eens gehad hebt
toen u met iemand van de kerk te maken had:
met een dominee, een ouderling, iemand op bezoek, een clubleiding:
deze man, deze vrouw is geen reclame voor de kerk van Christus.
Moet God hierdoor werken? Heeft Hij geen betere?
Dat zijn in ieder geval wel geluiden die in de gemeente van Korinthe leven over Paulus.
Ze hebben veel aan Paulus te danken, want hij bracht bij hem het evangelie.
Menselijkerwijs gesproken hebben ze aan hem te danken dat ze geloven.
Maar langzamerhand zijn ze anders over hem gaan denken:
De boodschap die hij bracht, paste niet bij hoe Paulus zelf was.
Paulus vertelde over de geweldige kracht die het evangelie heeft:
Een kracht die je leven helemaal kon veranderen, die je een nieuw mens kon maken,
Paulus vertelde over de kracht van Christus’ opstanding
en dat zij die kracht als gelovigen ook zouden kunnen leren kennen.
De kracht van de opstanding van Christus die ook in hun leven kon werken.
Dat is toch bijzonder als je die kracht van Christus’ opstanding ook mag kennen?
Dat je die in jezelf mag ervaren? Dat je mag merken dat je helemaal nieuw wordt,
een nieuw mens, bedoeld zoals God je geschapen heeft.
Die kracht kon je, als je onzeker en afwachtend was, tot iemand maken die robuust is,
Die het voortouw neemt, vooraan staat, de boel op sleeptouw kan nemen,
iemand op wie je kunt bouwen in het gemeentewerk, een echte christen,
iemand waar God ook blij van zou worden.
Dat wilden ze maar wat graag, dat ze iemand zouden worden:
een krachtige, stralende persoonlijkheid, en dat tot Gods eer.
Zo iemand zagen ze niet als ze naar Paulus keken.
Hij sprak wel over die bijzondere kracht: een kracht om te redden,
om je te vernieuwen, om je een ander mens te maken.
Maar Paulus leek zelf door die kracht niet aangeraakt.
Wat je aan hem zag, paste helemaal niet bij de boodschap die hij vertelde.
Zijn voorkomen haalde de boodschap over die bijzondere kracht van Christus onderuit.
Een bangelijke man, eentje die net een ingrijpende crisis achter de rug heeft,
die ook zijn geloof niet ongemoeid gelaten heeft,
zo’n man kun je toch geen apostel noemen?
Is dat nu een man die door Christus gebruikt moet worden om Zijn kerk te bouwen?
Is dat nu iemand die een voorbeeld kan zijn, op wie jij kunt bouwen
als je zelf ook niet goed weet hoe je christen moet zijn
of als jijzelf in een geloofscrisis terecht komt?
Moet de Heere door hem werken, zo’n zwak figuur?
Het kan zijn dat je eerder over jezelf vragen stelt:
Kan ik me wel geloofwaardig christen noemen?
Ze zouden vast schrikken van mij als ze weten hoe ik in mijzelf tob.
Ik moet dat maar voor mijzelf houden, want anders zullen ze zeggen:
He, is dat nu een christen? Durf jij jezelf nog een gelovige noemen?
Je laat er helemaal niets van zien.
Het geloof is toch een bijzondere kracht, waardoor je boven jezelf uitgetild wordt?
Een kracht waardoor je je van binnen gesterkt wordt:
U tilt me op, hoog boven alle vragen;
U tilt me op en neemt me bij de hand.
Als ik val, o Heer, zult U me dragen.
U tilt me op en brengt me weer aan land
Maar dat is iets dat ik niet bij mijzelf waarneem.
Ik voel een somberheid in mijzelf, die ik niet de baas kan zijn,
een depressiviteit die sterker is dan mijzelf.
Waardoor ik compleet verlamd wordt,
ik heb het al als ik ‘s morgens uit bed stap en de hele dag door
hangt het als een donkere schaduw over mij heen.
Het lukt me daarmee ook niet om naar God toe te gaan
om te vragen of Hij dat in mij wil overwinnen, of Hij dat wil wegnemen, mij bevrijden.
Ik kan het zelf niet doorbreken en God kan ik ook niet bereiken.
Wat ben ik dan voor een gelovige, als die kracht van Christus niet eens in mij werkt.
Ik straal helemaal niets uit. Hoe kan de Heere mij gebruiken?
Mag ik me dan wel een kind van God noemen?
In Korinthe waren er berichten binnengekomen over Paulus,
Waardoor men zich zorgen ging maken over Paulus:
Een enorme druk die er op Paulus is, spanningen waar Paulus haast aan onder door gaat.
Er komen berichten dat Paulus zo vol vragen zit,
Hij is aan het twijfelen geslagen over de weg die God met hem gaat.
Ze hebben altijd al wel hun twijfels gehad of Paulus wel een goede apostel was
en nu blijkt het dat die zorgen destijds terecht waren.
Een echte apostel zou er nu toch moeten staan
en overtuigen door de standvastigheid,
boven zichzelf uitstijgen door de kracht van de opstanding van Christus.
Die moet er toch manmoedig tegenaan gaan, als een echte soldaat in Christus’ dienst.
Wat heb je aan een apostel waar je niet op kunt bouwen.
Moet de Heere nu door hem werken? Er zijn toch betere apostelen?
Apostelen die er echt voor gaan, die kunnen volhouden tot het einde,
Zelfs als er enorme druk, zelfs als er vervolgingen,
waaraan je kon merken dat ze echt geloofden in de opstanding van Christus,
waaraan je kon merken dat ze daardoor gedragen werden.
Verhalen die je aan je kinderen en je tieners kunt vertellen,
zodat ze voorbeelden hebben voor als zij zelf in moeilijkheden komen.
Van Paulus hoorden ze echter dat hij onderuit is gegaan:
verloren in een gevecht, neergeworpen door iemand die sterker is dan hij.
In zijn brief gaat Paulus in op al die verwijten die hij vanuit de gemeente van Korinthe hoort.
Paulus ontkent daarin zijn kwetsbaarheid niet.
Hij stopt niet weg, dat hij een hele moeilijke tijd achter de rug had,
waarvan hij zelf ook gedacht had: dit ga ik niet overleven. Ik ben inderdaad diep gegaan.
Ik heb mijzelf ook nog afgevraagd of Christus mij nog wel kon gebruiken.
Het evangelie is zo bijzonder, zoiets moois, zoiets geweldigs,
als je mijn leven daarnaast leg, als je mij daarmee vergelijk, dan stel ik weinig voor.
Ik ben maar een aarden pot.
Als je mij laat vallen, barst ik in honderden scherven uiteen.
Ik verbaas mij er elke dag opnieuw dat ik een middel in Gods hand mag zijn,
om het evangelie dat zo bijzonder is te mogen vertellen.
Ik ken trouwens niemand die vanuit zichzelf bijzonder genoeg is
om dat evangelie van Christus, dat zo rijk, zo bijzonder is, te mogen vertellen.
Wij allemaal zijn zo’n aarden vat: broos en kwetsbaar.
We lijken stevig, maar als je even tegen ons aanstoot, wankelen we al
en als we vallen, breekt er al snel een stukje af.
Moet God door ons mensen heen werken,
kunnen wij als kleine mensjes voor die grote God een middel zijn?
God heeft daar bewust voor gekozen, om door ons heen te werken,
wij als mensen die zo broos en kwetsbaar zijn als zo’n aarden pot.
Wij zouden denken dat God voor het allerbeste zou gaan.
Dat Hij mensen zo sterk zou maken, dat ze echte geloofshelden zouden zijn.
Maar Gods design is anders.
Je kunt zien dat God aan het werk is, juist omdat Hij zwakke mensen gebruikt,
Die het op bepaalde momenten ook moeilijk hebben, ook niet lijken vol te houden,
haast bezwijken onder alle druk, of uitglijden, omdat ze vol met vragen zitten.
God wil ons daarmee iets laten zien: juist dan kunnen we Gods macht zien, ervaren.
Paulus zegt daarmee tegen die gemeente: Zoals ik mijn eigen kwetsbaarheid heb ervaren
– ik verzwijg dat niet, ik ben diep gegaan, de wanhoop nabij.
Maar toen ik zo diep ging, had ik ook een andere ervaring:
Dat onze Heere er was. Dat ik Hem merkte.
Dat ik merkte dat de kracht van Zijn opstanding er ook voor mij was en in mij werkte.
Ik merkte dat niet doordat mijn moeilijkheden weggenomen werden,
en ook niet omdat ik boven mijzelf uitsteeg en iets bijzonders liet zien,
waardoor ik iedereen versteld liet staan en zo de kracht van Christus’ opstanding liet zien.
Het gaat ook niet om mij, maar om Christus.
Ik ben niet zo’n geweldige gelovige, maar we hebben wel een geweldige Heer,
die juist als wij het zo moeilijk hebben Zijn kracht in ons laat werken.
Er is altijd een mogelijkheid om weg te komen, om te ontsnappen als we het zwaar hebben:
Wij worden in alles verdrukt, maar niet in het nauw gebracht;
Daaraan merk je de kracht van Christus in je leven:
dat er altijd een weg is om eruit te komen, dat je uit dat diepe dal geleid wordt.
Ik heb dat wel meegemaakt dat sommigen tijdenlang in een diep dal konden zitten,
worstelend om vooruit te komen, om op te klimmen uit dat dal,
maar ze gingen steeds dieper en nog steeds dieper.
Totdat het onverwacht beter ging en de weg uit het dal omhoog geklommen kon worden.
Daaraan merk je dat de kracht van Christus’ opstanding in je werkt.
Een gelovige kan vol vragen zitten.
Als je met Christus leeft, wil dat nog niet zeggen dat je alle vragen opgelost zijn.
Ook als je van Christus bent, kunnen er stormen over je heen gaan
en kan er in je hart een schreeuw naar God zijn: Waarom moet dat, Heer?
Hoe je dan de opstandingskracht van Christus in je merkt?
Niet dat je vragen weg zijn, maar dat je merkt dat die vragen je niet tot wanhoop drijven,
omdat er Een is, die sterker is dan al je vragen,
en je merkt dat Hij er is en dat je in Hem geborgen bent. Christus zelf is met je.
Wij zijn in twijfel, maar niet vertwijfeld;
Er kan van alles op je afkomen, het kan stormen in je leven,
je kunt je van jezelf wel afvragen of je het wel volhoudt om te geloven,
maar je hebt een Heer die je niet verlaten zal.
Hij is zelf wel verlaten aan het kruis, maar jou zal Hij nooit loslaten.
wij worden vervolgd, maar niet verlaten;
Je kunt onderuit gaan, zoals Asaf:
Maar wat mij betreft, mijn voeten waren bijna uitgegleden,
mijn schreden waren haast uitgeschoten,
want ik was jaloers op de dwazen,
toen ik de vrede van de goddelozen zag.
En toch is er altijd Iemand die je vasthoudt en weer op doet staan.
Die er voor zorgt dat je het, ondanks alles, niet opgeeft, toch vol blijft houden.
Dat is de kracht van de opstanding van Christus, die ik heb mogen ervaren, zegt Paulus
En ik geloof dat die kracht zo ook in jullie kan werken.
neergeworpen, maar niet te gronde gericht.
We kunnen wel steeds kijken naar wat ons zo moeilijk afgaat:
Dat we maar zo kwetsbaar zijn, helemaal niet zulke geweldige gelovigen,
maar we moeten vooral letten op wat God in ons doet.
Hoe Hij ons vasthoudt, hoe Hij voor ons een weg baant,
hoe wij door Hem toch op onze weg met Hem kunnen gaan.
Voor Paulus is het zo heel diep gaan in je leven niet zonder betekenis:
Wij dragen altijd het sterven van de Heere Jezus in het lichaam mee,
Dat wat ons overkomt, verbindt ons aan Christus, die voor ons gestorven is.
We ervaren daarin iets van wat Hij voor ons heeft gedaan.
We zullen het hier niet altijd geweldig hebben.
We zullen door diepe dalen gaan, op vragen stuiten, moeilijkheden moeten doorstaan.
Dat is de weg die God met ons gaat, maar daar laat God het niet bij.
Zoals we dat sterven van de Heere Jezus in ons lichaam meedragen,
zo zullen we ook steeds Zijn opstandingskracht ervaren,
totdat we ooit na onze eigen opstanding helemaal een nieuw mens zullen zijn,
met een nieuw lichaam.
Zo werkt God in ons leven.
Dat geeft mij altijd moed als er weer iets ingrijpends gebeurt.
Afgelopen vrijdag keek ik vanuit onze woonkamer mee met een rouwdienst.
Een aantal van u heeft dat in het afgelopen jaar wellicht al veel vaker zo meegemaakt.
Voor mij was het de eerste keer om op deze manier een rouwdienst bij te wonen.
Thuis vanuit de woonkamer, terwijl je er anders heen was gegaan, naar de dienst.
Ik keek naar de rouwdienst van Cees van Duijn,
vorig jaar begonnen als zendeling in Noord-Afrika.
Kort na Pasen was hij heel onverwacht overleden, terwijl hij aan het hardlopen was.
In mijn eerste jaar als predikant heb ik met hem een aantal gesprekken gehad,
Waarbij hij mij wat begeleidde bij mijn eerste stappen als predikant.
Aangrijpend om te zien hoe hij de kerk werd binnengereden.
Aangrijpend ook om te horen hoe hij en zijn vrouw nog niet zo lang geleden daar begonnen
om de jonge gemeenten toe te rusten en te ondersteunen.
We dragen het sterven van Christus steeds met ons mee.
We ervaren steeds dat ons bestaan nog zo onvolmaakt is,
al is Christus al opgestaan.
We merken dat we er nog niet zijn, al heeft Christus de dood al overwonnen
en is het nieuwe leven, het nieuwe bestaan door Hem al begonnen.
Want wij die leven, worden voortdurend aan de dood overgegeven om Jezus’ wil,
Paulus schrijft dat uit eigen ervaring:
Hij heeft nog niet zo lang geleden de dood in de ogen gezien.
Hij had al gedacht dat zijn einde gekomen was en dat hij alles moest opgeven,
een ervaring die hem niet in de kouwe kleren was gaan zitten,
Een heftige ervaring die diepe sporen in hem nagelaten heeft.
Maar juist toen heeft hij ook dat andere leren kennen:
Die kracht – de kracht van de opstanding van Christus.
Zo op die manier kan in ons sterfelijke mensen al iets zichtbaar worden van Christus,
Die straks bij de wederkomst zichzelf helemaal zal laten zien.
https://www.youtube.com/watch?v=LZ4zZveKZNM
In de nacht van strijd en zorgen
kijken wij naar U omhoog,
biddend om een nieuwe morgen,
om een toekomst vol van hoop.
Ook al zijn er duizend vragen,
al begrijpen wij U niet,
U blijft ons met liefde dragen,
U die alles overziet.
U geeft een toekomst vol van hoop;
dat heeft U aan ons beloofd.
Niemand anders, U alleen,
leidt ons door dit leven heen.
Amen