Waarom de koppeling met de GBA voor zowel kerk als maatschappij van belang is.

Waarom de koppeling met de GBA voor zowel kerk als maatschappij van belang is

Afgelopen dinsdag nam de Tweede Kamer een motie aan om de kerken geen toegang meer te bieden tot de Gemeentelijke Basisadministratie. Dit bericht raakte mij behoorlijk, omdat de informatie vanuit de GBA voor mijn werk als predikant van grote betekenis is. Door die informatie vanuit de GBA is mijn werk en het werk van de kerk meer van betekenis voor de maatschappij.

In een discussie op twitter bleek dat collega’s vanuit andere kerken de koppeling met de GBA niet begrijpen. Mede door een andere visie op de kerk en op de samenwerking met de overheid. Het lijkt me goed om de betekenis van de GBA voor de kerk uit te leggen aan de hand van wat ik met de gegevens doe.

‘neuzen’?
Allereerst even iets rechtzetten. Ik kan niet neuzen in de GBA. Ook onze ledenadministratie kan dat niet. De gegevens worden op een legale basis verstrekt aan SILA, waarin 7 kerken zijn vertegenwoordigd. Ook andere instanties kunnen informatie verkrijgen uit de GBA: zoals pensioenfondsen, de NS. Dat geeft aan de motie die deze week is aangenomen een bedenkelijk tintje, omdat deze motie alleen maar de betrokken kerken raakt.

Wanneer bij mensen, die aangesloten zijn bij de Hervormde Gemeente Oldebroek (wijk 2) iets verandert in de GBA, krijg ik dat na enige tijd doorgegeven: dat betreft iemand die nieuw in Oldebroek is komen wonen en een hervormde achtergrond heeft, een relatie die wordt geregistreerd of juist het verbreken van een relatie, een overlijden, een verhuizing naar een andere woonplaats. Deze wijzigingen neem ik altijd nauwlettend in acht, omdat deze wijzigingen erop kunnen duiden dat er voor mij werk aan de winkel is.

Sociaal netwerk
Ik zou graag hier een aantal voorbeelden willen geven. Om te voorkomen dat mensen uit Oldebroek de situaties zouden kunnen herleiden kan ik het alleen maar algemeen houden. Door de gegevens via de GBA heb ik mensen kunnen ondersteunen in tijden van rouw, tijdens een revalidatie na een hersenbloeding, na een ongeval, na zelfdoding in de familie, het bieden van ondersteuning na echtscheiding, bij eenzaamheid, bij een melding van opvoedingsproblemen, bij zorgen in het gezin van de kinderen. Ik heb mensen bij wie ik psychische problemen constateerde doorverwezen naar de huisarts en hen daarna bezocht in de hoop dat zij verder zouden gaan met hulpverlening. Geregeld krijg ik in een bezoek te horen dat ze tegen mij dingen vertellen die ze tegen familie, vrienden of buren niet kunnen vertellen.

Wanneer de overheid stopt om de gegevens via SILA naar de kerken door te geven missen deze mensen een sociaal netwerk die hen in moeilijke omstandigheden kunnen opvangen. Bovendien lopen deze mensen de mogelijkheid tot geestelijke nazorg mis.

Niet kunnen kiezen
De motie die deze week is aangenomen gaat van de veronderstelling uit dat mensen bewust moeten kiezen. Een groot deel van de Nederlandse bevolking doet dat echter niet.

Waarom geven deze mensen dit zelf dan niet door? Omdat niet iedereen bewust in het leven staat. Er zijn genoeg mensen die vergeten om abonnementen stop te zetten. Of bij een verhuizing vergeten om de zorgverzekering in te lichten. Ik kom mensen tegen die moeite hebben met kiezen en daarom hun hele leven – soms ook als vrijgezel – op dezelfde plek blijven wonen. Voor collega’s uit andere kerken is dat wat lastiger te begrijpen. Ik zeg wel eens gekscherend: de PKN heeft de mensen overgehouden die zelf geen keuze konden maken. Collega’s van de CGK of GKv hebben daarbij vaak veel overzichtelijker gemeenten met actieve leden die weten waarom ze lid zijn van deze kerk of gemeente. Deze leden zullen bij verhuizing, een jubileum, een ongeval of een ziekenhuisopname de kerk informeren. Leden van de PKN doen dat veel minder vaak.

Verbond
De PKN heeft veel leden die daar niet voor hebben gekozen. Waarom zijn ze dan wel ingeschreven? Omdat ze ooit zijn gedoopt. Of omdat ze geboren zijn uit gedoopte ouders. Tot 1994 werden ook kinderen die niet werden gedoopt toch ingeschreven. Vanuit de gedachte dat ze – ondanks het feit dat ze niet gedoopt zijn – toch tot het verbond van God behoren. Gods verbond werkt immers van geslacht op geslacht. Dat verbond kan wel door mensen worden verbroken, maar niet door God. En daarom ook niet door de kerk.


Relatie met de overheid
De PKN heeft een wat andere visie op de kerk en op de relatie met de overheid dan de andere protestantse kerken. Via de hervormde lijn is de kerk altijd nauw betrokken geweest bij de overheid. Kerk en overheid zagen elkaar in het verleden als bondgenoten.

Andere protestantse kerken zijn soms ontstaan uit verzet tegen die nauwe band, zoals de CGK en de GKN. De gedachte dat de overheid van betekenis is voor het registreren van de leden is daarom nog niet zo gek: het gaat om een gedeelte zorg voor het Nederlandse volk. Vanuit de toenmalige NHK en de tegenwoordige PKN kan richting de overheid worden gezegd, dat de Nederlandse staatsburger meer is dan een belastingbetaler. De vraag die vanuit deze kerk bij de overheid op tafel wordt gelegd is: Bedenk je, overheid, dat je ook verantwoordelijkheid hebt voor het geestelijk welzijn van de bevolking?
Om diezelfde reden hebben leger en justitie ook predikanten in dienst. De PKN staat volop achter de scheiding van kerk en staat, maar protesteert tegen de scheiding van kerk en straat. En juist daar komen de belangen van kerk en overheid bij elkaar. Die kunnen elkaar beconcurreren. Maar waarom zouden ze ook niet elkaar kunnen helpen, zonder over elkaars grenzen heen te gaan?

Volkskerk
De PKN heeft een wat andere visie op de gemeente. De mensen die zich niet actief inzetten en ook de diensten niet bijwonen horen er volop bij. Zij zijn geen mindere leden. Het merendeel van deze leden wil ook bij deze kerk horen. Want je weet maar nooit of je de kerk ook nodig hebt. Er zijn verschillende acties geweest, waarbij deze mensen is gevraagd of ze nog wel lid willen blijven. En elk jaar bij de Actie Kerkbalans wordt de mogelijkheid geboden om zich te laten uitschrijven. Desondanks blijven ze lid. De PKN is volkskerk. Dat betekent niet: van het volk. Wel: voor het hele Nederlandse volk.
Is lidmaatschap niet achterhaald? In bepaalde grote steden wellicht. Maar in veel gebieden niet. Het is wat flauw om vanuit die context te doen alsof lidmaatschap niet meer relevant is. Waarbij het voor de PKN natuurlijk van belang is om na te denken over nieuwe vormen van betrokkenheid.

Missionair
Deze contacten zijn voor de PKN een bijzondere kans. De missionaire potentie kan niet worden onderschat. In de 9 jaar dat ik predikant heb ik minder dan 10x te horen gehad dat niet welkom ben. En dat terwijl ik elk jaar ongeveer 300 bezoeken afleg. Weerstand tegen het evangelie is er zelden. Ik heb maar 1x meegemaakt dat iemand het lezen uit de Bijbel of een gebed onnodig vond. (De gesprekken waarbij ik zelf aanvoelde dat het niet gepast was uitgezonderd.)
Waar andere kerken soms op zoek moeten naar contacten, heeft de PKN die contacten via de kaartenbak. Bovendien heeft de PKN gemeenten op ‘onrendabele’ plekken als kleine dorpen, minder christelijke gebieden waar een gemeentestichting niet snel zal plaatsvinden (Noord-Holland, Friesland, Groningen, Limburg, de Achterhoek).

Het werk doe ik niet alleen. Als gemeente hebben wij 12 wijkouderlingen, die ondersteund worden door verschillende bezoekbroeders en bezoekzusters. De afspraak is dat gemeenteleden om het jaar bezoek krijgen en dat ouderen 2x per jaar bezoek krijgen. In bijzondere situaties, als eenzaamheid, rouw, ziekte vindt bezoek veel frequenter plaats. Deze vorm van bezoeken komt vooral nog bij de wat behoudender gemeenten tegen. Dat is jammer. De gedachte dat werken met een kaartenbak in een grote stad niet zou werken lijkt mij iets tekort door de bocht. Ik heb er zelf geen ervaring mee. Maar zoals ik mijn werk nu doe lijkt mij dat een verlies voor zowel de kerk als de leden en de samenleving.

Plaats een reactie