Preek Goede Vrijdag 2013

Preek Goede Vrijdag 2013

Tekst: En vanaf het zesde uur kwam er duisternis over heel de aarde, tot het negende uur toe. Ongeveer op het negende uur riep Jezus met een luide stem: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat betekent: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? (Mattheüs 27:45-46)

Gemeente van onze Heere Jezus Christus,

Wie kan er peilen wat er op Golgotha is gebeurd? Zo diep gaat onze Heere, dat Hij het uitroept tot Zijn Vader: “Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?”
Wie kan aanvoelen wat het betekent om door God verlaten te zijn,afgewezen door de mensen en verstoten door God?

Midden op de dag viel de nacht in. Golgotha is de dag waarop het duister werd op deze aarde.En niet het donker van een toevallige zonsverduistering,maar God die het licht van Zijn aanwezigheid weghaalde van deze aarde.
De duisternis die op klaarlichte dag de wereld overvalt,laat ons zien wat er van onze wereld wordt
als wij niet verzoend raken met God.Als Christus niet gestorven zou zijn op Golgotha,zou onze wereld voor duisternis zijn,omdat God zichzelf had teruggetrokken.Dan zou onze wereld aan de chaos van de dood zijn overgeleverd,omdat God er niet meer was met zijn beschermende aanwezigheid. God die zich zelfs verborg voor Zijn eigen Zoon.

Er kunnen ervaringen zijn waarbij we een indruk kunnen krijgen van de afgrond die hier op Golgotha opdoemt.
Ook in ons leven kan God zo ver weg zijn, dat wij ons door God verlaten voelen en dat wij het net als de Heere Jezus zouden willen uitroepen: “Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?”
Er zijn mensen die door een diep dal gaan en weinig van God ervaren. Een aangrijpende ervaring. Wie zelf door zo’n diep dal gegaan is of wie het van anderen gehoord heeft, krijgt een indruk van de duisternis waarin onze Heere is gegaan.
In de tijd dat ik hier ben, heb ik het al enkele keren gehoord:mensen die niet meer verder konden leven. Diep ingrijpend als dat in je naaste omgeving gebeurt. Zulke gebeurtenissen laten ons er iets van zien hoe diep de Heere Jezus is gegaan. Want bij de Heere Jezus is het geen tragiek dat Hem overvalt,zoals dat vaak wel is bij mensen die niet verder kunnen leven, bij wie de grond onder de voeten wordt weggeslagen, geen zicht meer op een toekomst, geen geloof dat het nog beter wordt. Zij hebben het wellicht net als de Heere Jezus uitgeroepen: “Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?” Gevangen in een diepe duisternis.

Hoe diep zulke ervaringen ook gaan – bij de Heere Jezus komt er nog iets bij: het is de duisternis die door mensen is opgeroepen – omdat zij God niet wilden.

Kijk maar wat de mensen met de Heere Jezus doen. Hij die de koning van de Joden is, gekomen om ons leven weer onder de heerschappij van God te brengen, deze koning wordt door Zijn eigen onderdanen verworpen.
Hoor hoe de spot hem tegemoet klinkt: Jezus, als je werkelijk een koning bent, kom je van het kruis! Wees een held! Hij die de Zoon van God is, door God gezonden om hier op deze aarde God in ons midden te zijn:
Immanuël, want zo klonk het bij Zijn geboorte, wordt door de mensen verworpen, aan het kruis gebracht en bespot.
“Hij had toch Zijn vertrouwen op God gesteld? Waar is nu je God op wie je zo vertrouwde? Als God Hem goedgezind is, is er wel uitredding voor Hem mogelijk.”
Daar hangt Hij. Dieper vernederd kan Hij niet worden. Dieper kan Jezus niet geraakt worden. Uitgestoten en verworpen door de mensen.De Zoon van God, de gezondene wordt verworpen.

En ze verwerpen niet alleen Hem, maar ook God. Waar is God op wie je vertrouwde? Het is niet alleen een bespotten van de Zoon van God. Ook een bespotten van de Vader, een bespotten van de God van Israël. Door Jezus aan het kruis te brengen, zeggen ze niet alleen tegen de Heere Jezus: Wat hebben wij met U van doen, Jezus van Nazareth? Maar ook tegen God: we moeten u niet. Wat hebben wij met U van doen, God van Israël? Het is de stem van ons mensen, die God steeds verworpen hebben. Zelfs Gods eigen Zoon. Op Golgotha zien we waartoe wij als mensen in staat zijn: tot het verwerpen van God,van onze Schepper en zelfs onze redder – aan het kruis wordt Hij gebracht.

En God? Grijpt God niet in? Nu Zijn geliefde Zoon vernederd en gedood wordt? Waar is God op wie Jezus Zijn vertrouwen gesteld heeft.Waarom laat Hij niets van zich horen? Waar blijven de legioenen met engelen om Jezus te redden? Tijdens de woestijnreis merkte het volk het direct, wanneer het tegen God in opstand kwam. Maar nu, nu de Immanuël wordt verworpen? Laat U Uw Zoon alleen?

God antwoordt inderdaad. Niet door de Heere Jezus te redden. Maar door de duisternis op klaarlichte dag. Midden op de dag valt de nacht in. De profeet Amos sprak er al over dat het zou gebeuren:
Op die dag zal het gebeuren, spreekt de Heere HEERE,
dat Ik de zon midden op de dag zal laten ondergaan;
op klaarlichte dag zal Ik het land duister maken.
(Amos 8:9)

De Heere antwoordt met een duisternis.Het is een waarschuwing, een teken waarmee de Heere zegt: Besef wat je doet! Een teken waarmee de Heere duidelijk maakt: nu is een grens bereikt. De duisternis is een teken, dat de Heere het voor gezien houdt. Dat Hij vertrekt uit het midden van Zijn volk. Ze hebben de Immanuël verworpen. Immanuël, de redder. Het bijzondere was – en misschien herinnert u zich dat nog van de afgelopen zondagen -dat Jezus als redder kwam, om uitredding en verlossing te brengen,terwijl er rekening mee gehouden werd, dat er een rechter zou komen die de zonden van het volk zou benoemen en zou veroordelen. De rechter die de rekening zou vereffenen en het oordeel zou uitspreken. De rechter die de schapen van de bokken zou scheiden – het laatste oordeel, maar nee, Jezus kwam als redder. Om aan te kondigen: er is genadetijd – redding mogelijk van het oordeel van God. En nu, deze Redder, de zaligmaker, de weg naar het leven, wordt vernederd en gedood, bespot en verworpen. Redder? Wij redden onszelf wel!

Had de profeet het ook niet vol verbijstering uitgeroepen: welk volk verwerpt nu zijn eigen God? Hebben de Assyriërs dat ooit gedaan? Hebben de Filistijnen dat ooit gedaan? De Moabieten en de Ammonieten? Maar jullie, die door Mij zijn bevrijd uit Egypte. Jullie lopen voortdurend bij Mij weg! En welk volk verwerpt Zijn redder die door God is gezonden om een uitredding te brengen? Welk volk verwerpt de Immanuël – God met ons? Welk volk verwerpt de redder, die ons redt van het laatste oordeel, het definitieve oordeel dat over ons leven wordt uitgesproken.

Op die dag zal het gebeuren,dan gaan alle lichten uit, omdat God het licht heeft uitgedaan,op die dag zal de feestvreugde verstommen, omdat God gekomen is en gezegd heeft: het is een lege vreugde, zonder mij.
De Heere Jezus kwam – niet om het oordeel te brengen, maar redding.
En nu, de duisternis laat zien: de Heere heeft geen andere keus dan alsnog het oordeel te voltrekken. Omdat zij Hem, de gezondene hebben verworpen.
En laten wij er maar bij staan, want zouden wij anders hebben gedaan dan Israël? Zouden wij de Heere Jezus met open armen hebben ontvangen? Zouden wij begrepen hebben dat Hij, de Heere Jezus voor ons gekomen was?

Duisternis – aangrijpend is het dat het door de omstanders bij het kruis niet opgemerkt wordt. De omstanders om het kruis, het lijkt wel alsof zij het niet door hebben. En dat is werkelijke duisternis: dat God wegtrekt, maar het niet opgemerkt wordt dat Hij er niet meer is. Dat het niet opgemerkt wordt, dat God verworpen wordt.

Eén is er die het wel merkt: de Heere Jezus. Waar de omstanders, waar de bespotters verder gaan op de weg van de spot, waar zij niet tot inkeer komen, waar zij de dreiging niet eens zien, merkt de Heere Jezus het wel. Hij hangt daar tussen hemel en aarde. De aarde wil Hem niet. De aarde moet niets van Hem hebben,maar de Hemel, maar de God op wie Hij vertrouwde, met wie Hij in eenheid en gemeenschap leefde? Hij hangt tussen hemel en aarde. Ook de hemel is voor Christus gesloten. Hij wordt niet door de Vader verlost. Integendeel: ook Hij wordt door de Vader verlaten.
Daar te midden van de spot, is ook de duisternis die aanhoudt: Godverlatenheid. Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten? Niet alleen de omstanders hebben te maken met die duisternis, ook de Heere Jezus. Is dit dan de drinkbeker die Jezus moet drinken? De drinkbeker die door mensen wordt aangereikt, voor Hij aan het kruis ging, weigerde Hij. Maar nu is er een andere drinkbeker – niet door mensen aangereikt, maar door God. Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?
Dat is de drinkbeker, dat Jezus niet alleen door de mensen verworpen wordt, maar ook door de Vader. Hij die geen zonde had, Hij die werkelijk op God Zijn vertrouwen heeft gesteld, Hij die met God leefde, en God-bij-ons was, Hij gaat de diepte in – de diepte die bedoeld is voor de mensen, die God verwierpen,
bedoeld voor ons. De Zoon van God hangt daar in de duisternis, onze duisternis, onze nacht. Hij vindt geen redding bij God.
De Zoon mag niet de redding ervaren die er voor David wel was, toen hij het uitriep: Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten. De omstanders hebben met hun spot hebben gelijk: God wil Jezus niet redden. God is Jezus niet welgezind. Daar in de eenzaamheid hangt Hij. Zelfs door God verlaten.

En wie kan beschrijven hoe dat geweest moet zijn? Het aangrijpende is, dat Hij van God verlaten werd. Niet omdat Hij zich tegen God had gekeerd. Niet omdat Hij zich aan God had vergrepen. Maar omdat wij dat hadden gedaan. Onze duisternis draagt Hij, onze nacht, onze Godverlatenheid. Het is het laatste woord dat Jezus sprak. Na deze roep – nog een schreeuw en dan de dood. Hij heeft op God vertrouwd, maar voor Hem geen uitredding, maar onze schuld, de last van onze zonde, de volle hevigheid van Gods toorn over ons. De straf was op Hem. Om onze overtredingen, om onze ongerechtigheden. Hij hangt daar – omdat wij God hadden verlaten. In onze plaats roept Hij het uit: Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten.

Als er voor Jezus geen uitredding meer is en alleen nog de nacht van de dood,als de roep van Jezus klinkt, de schreeuw naar de hemel, waarin de verlatenheid doorklinkt, gebeurt er iets bijzonders. Niet voor Jezus, maar voor ons. De nacht wordt gebroken. als Jezus het beseft: ik ben door God verlaten, de eenheid is verbroken, als Hij het uitroept – waar is God, breekt het duister open. Het mag weer dag worden. Niet voor Christus, want Hij sterft – maar voor ons. De wonderlijke ruil van Golgotha: Christus sterft – in onze plaats. Voor u, voor mij.
Hij is onschuldig ter dood veroordeeld, opdat wij in Gods gericht vrijgesproken zouden worden. Hij heeft Zijn gezegend lichaam aan het kruis laten vastspijkeren, in plaats van onze schuldbrief. Hij heeft de vervloeking, Gods oordeel, op Zich genomen, opdat Hij, Christus, ons met Zijn zegen zou vervullen.
Hij heeft zich overgegeven in de diepste vernedering, de angst van de hel. Hij riep het uit: Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten. Opdat wij door God aangenomen zouden worden. De Godverlatenheid voor Christus, zodat de Godverlatenheid er voor ons niet meer zou zijn. Zodat wij zullen kunnen zeggen, met Ps 139: legde ik mijn neer in de hel, ook daar zijt Gij. Door God verlaten, door God verstoten, door God veroordeeld. In onze plaats.
Dat is het evangelie – de grote barmhartigheid van God. Hij had kunnen zeggen, misschien wel moeten zeggen: geen plaats meer voor u bij Mij. Hij had ons kunnen verbannen, maar Hij liet het op Zijn Zoon aankomen. Onschuldig droeg Hij onze schuld, onze Godverlatenheid. Geen redding meer voor Hem, tenminste niet op Goede Vrijdag, Hij moest door de dood, zodat voor ons de eeuwige dood, de eeuwige nacht verbroken werd en er voor ons ruimte is bij God.

Jezus, leven van mijn leven,
Jezus, dood van mijne dood,
die voor mij U hebt gegeven
in de bangste zielenood.
Opdat ik niet hoop’loos sterven,
maar uw heerlijkheid zou erven.
Duizend-, duizendmaal, o Heer,
zij U daarvoor dank en eer.

Amen

1 thoughts on “Preek Goede Vrijdag 2013

  1. Pingback: Blogs over Goede Vrijdag en de betekenis van Jezus’ dood | MJSchuurman

Plaats een reactie