Wanneer begint de eredienst?
Gesprek over de eredienst – 2
Vorige week schreef ik over wat er in de eredienst gebeurt. Ik heb toen uitgelegd dat in de eredienst God en mensen elkaar ontmoeten. Wanneer begint die eredienst?
Die eredienst begint op het moment dat de predikant in de dienst het eerste gebed uitspreekt: Onze hulp is in de naam van de Heere. Dat eerste gebed is opgebouwd uit Bijbelteksten: Psalm 124:8, Psalm 146:6 en Psalm 138:8.
Dit gebed is een bijzonder gebed. Want in de meeste gevallen gaat een gebed van de mens uit naar God toe. Dit gebed gaat in de omgekeerde richting: hier spreekt God de mensen in de kerk aan. Met dat gebed verklaart God de kerkruimte als heilige ruimte: vanaf dat gebed is God aanwezig.
Performatieve handeling
Dat votum, zoals dat gebed ook wel genoemd wordt, is met een duur woord een performatieve handeling. Daarmee wordt bedoeld dat zo’n handeling de werkelijkheid verandert in iets anders. Zo’n handeling vindt ook plaats als een bruidspaar op de trouwdag voor de ambtenaar van de burgerlijke stand zijn verschenen. De ambtenaar verklaart hen tot man en vrouw. Vanaf die uitspraak zijn bruidegom en bruid ook man en vrouw.
In de Bijbel zien we hetzelfde als de Heere Jezus de zonden van iemand die voor Hem is verschenen vergeeft. ‘Uw zonden zijn u vergeven,’ zegt Hij dan. Vanaf dat moment draagt diegene die voor Jezus verschenen is niet meer de zonden. Jezus heeft verklaard dat ze weg zijn. Op die manier verklaart God dat de ruimte een heilige ruimte is waar Hij is.
Groet
Na votum volgt een groet van Godswege. De predikant groet de gemeente in naam van de Heere, Die nu aanwezig is. De predikant is nu instrument om de stem van God te laten horen. Die groet laat het karakter van de eredienst zien: God komt naar ons mensen toe en spreekt ons aan. De hele dienst is aanspraak: God komt naar ons toe door tegen ons te spreken, door middel van de woorden die de predikant spreekt.
Verantwoordelijkheid van de kerkenraad
Begint de dienst echter wel als de predikant deze woorden uitspreekt? Begint de dienst niet eerder? Begint de dienst niet als de de ouderling van de dienst de predikant een hand geeft? Want een kerkdienst wordt toch onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad gehouden? Dan spreken we van een ambtelijke dienst.
In een ambtelijke dienst zijn naast de predikant ook een ouderling en een diaken (en eventueel ook een ouderling-kerkrentmeester) aanwezig. Voorgaan in een kerkdienst is geen solo-actie van een predikant, maar wordt gedragen door de kerkenraad. De handdruk voordat de predikant de preekstoel opgaat en nadat hij van de preekstoel komt laat zien dat de kerkenraad de verantwoordelijkheid van de dienst op zich neemt. In het klassieke formulier van bevestiging van ouderlingen en diakenen staat ook dat de ouderlingen toezicht houden op wat de predikant in de eredienst verkondigt.
De kerkenraad is gemachtigd om de predikant aan te spreken op zijn preek.
Een gezamenlijke verantwoordelijkheid betekent ook dat de kerkenraad de dienst ook draagt: door in de consistorie vooraf te bidden om Gods aanwezigheid in de dienst en Zijn zegen in de dienst. Door thuis te bidden voor de predikant. Door na afloop in de consistorie (kort) te reageren op de dienst. Door enkele keren per jaar met de kerkenraad of een deel ervan een preek of een hele dienst te bespreken. Op die manier draagt de kerkenraad de predikant.
Als de gemeente samenkomt
Begint de kerkdienst dan met die handdruk? Of begint de dienst al eerder? Waarom zou de dienst niet beginnen als de gemeenteleden de drempel van de kerk overgaan? Zelfs dan begint de eredienst niet. Voor protestantse gelovigen is de drempel van de kerk niet zo hoog: wat er in de eredienst gebeurt, wijkt niet veel af van wat er in het dagelijks leven gebeurt.
De eredienst is een moment van speciale concentratie. De heiligheid die in de dienst is, is er ook thuis, op het werk, op straat of waar iemand zich ook maar bevindt. Dat blijkt ook wel aan het einde van de dienst. Dan wordt Gods naam op de gemeente gelegd: de gemeente gaat letterlijk in Gods naam terug naar huis. Die naam is ook weer een ruimte die om de gelovige is: een beschermende ruimte, een heilige ruimte, een heiligmakende ruimte, waarin God doorgaat met het werk dat Hij in de dienst begonnen is. De eredienst in het kerkgebouw is wel een moment van speciale aandacht voor God, maar het verschil tussen eredienst en dagelijks leven is niet groot.
Ook het dagelijks leven is een voortdurende eredienst aan God. Daarbij maakt het niet uit welk werk je doet. Elk werk in het besef van Gods aanwezigheid is een eredienst aan God.
Huisgodsdienst
In bepaalde protestantse kringen wordt er daarom ook thuis een vorm van eredienst gehouden: de huisgodsdienst. Ook thuis wordt er gebeden, gezongen, gelezen uit de Bijbel. Dat kan voor en na het eten, voor het slapen gaan en bij het wakker worden. Zo worden die momenten geheiligd door gebed vooraf en na afloop. Dat kan ook op een speciaal moment. (In dat kader wordt er ook gesproken over de vader van het gezin als priester: de man gaat zijn gezin voor in de dienst aan de Heere.)
Praktische vormen
Helaas is er binnen bepaalde delen van het Nederlandse protestantisme heel kritisch geworden op praktische vormen die hierbij helpen. Men spreekt dan schamper van ‘vormendienst’. Maar zonder vaste vormen, zoals Bijbel lezen bidden, knielen, zingen, vasten, het aanhouden van heilige tijden (zoals de zondag, de Lijdenstijd of Veertigdagentijd) lukt het niet meer om die eredienst thuis voort te zetten. Veel van die vormen zijn we kwijtgeraakt.
Om die weer te herontdekken moeten we bij andere tradities buurten, zoals de Anglicaanse, de Rooms-Katholieke of de Oosters-Orthodoxe kerk(en). Als de serie over de eredienst afgerond is, zal ik laten zien welke vormen we van die tradities zouden kunnen overnemen.
Vragen:
1) Wanneer begint u met de voorbereiding op de eredienst: Op zondagmorgen bij het ontbijt? Bij het wakker worden? De zaterdagavond ervoor? Of heeft u een ander moment?
2) Welke vormen van eredienst heeft u thuis?
3) Wat merkt u doordeweeks van de zegen die u aan het einde van de dienst meekrijgt? Merkt u dat u doordeweeks ook ‘in’ de naam van God woont en leeft?
4) Is het bidden voor de predikant die komende zondag dienst heeft een taak voor de kerkenraad of voor de hele gemeente?