Preek zondag 23 juni 2024

Preek zondag 23 juni 2024
Viering Heilig Avondmaal
Schriftlezing: 1 Petrus 1:22-2:10

Gemeente van onze Heere Jezus Christus,

Vanmorgen met het avondmaal mogen we Gods barmhartigheid merken.
Het bijzondere van het avondmaal is dat we de barmhartigheid van God mogen próeven.
Indien u geproefd hebt dat de Heere goedertieren is.
In het avondmaal gaat het om proeven,
om het proeven van Wie God is, Wie Hij voor ons wil zijn, wat Zijn karakter is.
Petrus citeert hier in zijn brief Psalm 34: Proef en zie dat de Heere goed is.
Dat vind ik het bijzondere van het avondmaal, dat je daar mag proeven.
Dat je daar mag ontdekken door te proeven dat de Heere goed is.
Daar is het avondmaal voor bedoeld: dat je mag komen voor brood en wijn
en dat je tijdens dat proeven van dat brood en die wijn mag ervaren hoe de Heere is.
Goedertieren staat hier: Indien u geproefd hebt dat de Heere goedertieren is.
Goedertieren – een woord dat niet zoveel meer in gebruik is,
maar van oorsprong iets betekent als: goed van karakter.
Je proeft dat God goedertieren is – je proeft dat God het beste met je voor heeft.
Want als je het brood proeft, word je meegenomen naar Golgotha.
Je ziet hoe het lichaam van Christus daar aan het kruis verbroken wordt.
En door te proeven weet je: Hij deed dat voor mij.
Ik zit daar aan de tafel met mijn zonden, met mijn tekortschieten naar God toe,
in mijn tekortschieten naar de mensen om mij heen toe.
Maar ik mag komen. Ik word niet weggestuurd. En ik mag proeven in het brood:
Ik word niet afgewezen. Maar de Heere nodigt mij, roept mij om te komen.
Als ik de wijn proef, word ik meegenomen naar het kruis
en zie hoe daar Jezus Zijn bloed gaf, moest sterven, de dood moest in gaan
om mij schoon te wassen van mijn zonden.
Ik kan mijzelf daar niet van schoonwassen. Ik kan mijzelf er niet van vrij maken of verlossen.
Maar als ik de wijn proef, mag ik weten dat mijn zonden van mij afgewassen worden
en dat ik een rein hart mag ontvangen, schoongewassen door dat bloed.
Ik heb het niet verdiend.
Dat ik deze genade mag ontvangen is te danken aan Gods barmhartigheid.
In het brood en in de wijn mag ik Gods barmhartigheid proeven,
proeven dat de Heere goedertieren is – goed van karakter: het beste met mij voor heeft.
Gods karakter ken ik uit de Bijbel. Daar word mij verteld dat de Heere genadig is.
Dat de Heere niet voor altijd toornig blijft, maar dat Hij bereid is om naar mij toe te komen,
mij te vergeven en vrij te maken van de zonde en zelfs helemaal te reinigen,
zodat ik van Hem mag zijn.
Aan de tafel mag ik het weer proeven.
Ik pak het brood van de schaal en doe het in de mond en ook al is het gewoon brood
ik word meegenomen naar God, mag ondervinden, mag ervaren Wie Hij is.
Ik neem de wijn aan en drink de wijn en mag dan proeven in de wijn
dat Christus Zijn leven wilde geven, dat Hij bereid was die grote prijs te betalen,
dat Hij Zich wilde overgeven, om mij, om ons te bevrijden.
Het brood en de wijn die in mij komen, wijzen er op dat de Heere mij van binnen wil reinigen
om ruimte te maken voor Zichzelf, zodat Hij daar kan wonen.
Zodat mijn hart van Hem is, dat mijn hart geen ander toebehoort, maar alleen Hem.
Petrus houdt hier de gemeente een keuze voor:
Of een leven waarin je vasthoudt aan je zonde, aan de verkeerde verlangens,
die je op een weg van de ondergang brengen,
of een diep verlangen naar het echte leven, naar wat God geeft, naar wat Hij je aanbiedt.
Een verlangen naar God zelf, om van Hem te worden, Hem in je hart te hebben,
zodat Hij daar woont en je van Hem bent en blijft.
Petrus is hier vol van Wie God is
en hij zegt er bij: je mag het zelf ervaren.
Je mag komen om te proeven. Om te ontvangen, te nemen: brood en wijn.
Mocht je nog aan de Heere twijfelen, mocht je nog niet weten Wie Hij is,
dan kun je komen, om dat brood en de wijn te nemen – en zo te proeven.
Mocht je nog twijfelen of het wel voor je is, of je het mag nemen.
Kom maar gewoon. Waar zou je anders moeten zijn.
Om in dat brood en in die wijn te proeven dat de genade er ook voor jou mag zijn.
Dat ook u vergeving mag ontvangen. Ook jouw hart schoon gewassen mag worden.
Petrus heeft het hier waarschijnlijk niet over het avondmaal,
het is een aansporing in het algemeen, niet alleen bedoeld om naar de tafel te komen
en tekenen van brood en wijn te nemen,
het is ook een aansporing, als je niet aan het avondmaal zou gaan.
Maar waar kun je beter Gods genade proeven dan hier voor bij de tafel
als je samen aan mag gaan, met elkaar, om samen dit te ontvangen, samen te eten.
Al gaat het dan misschien niet over het avondmaal,
Petrus wil wel dat we tot de Heere komen, om zelf te ontdekken, te ervaren
dat het waar is wat Psalm 34 zegt en wat hij, Petrus, aangeeft,
dat als je met God te maken krijgt, als Hij in je leven komt, als Hij je geeft
dat je dan Gods karakter ontdekt en dat je er alleen maar op vooruitgaat, het beter krijgt
omdat je opgenomen wordt in Gods gemeenschap, van Hem mag zijn.
De deur is wijd open gegaan, zodat een ieder mag komen.
Er was misschien een verleden, waarin de Heere niet in je leven was.
Voor de gelovigen aan wie Petrus schrijft,
zal dat de tijd geweest zijn dat ze nog geen christen waren.
Ze hadden nog niet over de Heere gehoord. Ze wisten nog niet wie Hij was.
Ze wisten nog niet van het kruis en de vergeving die te krijgen is door genade.
Maar als je met de Heere te maken krijgt, dan ontdek je: God is een God van ontferming.
Het raakt Hem als je nog in je zonde bent en Hij wil je ervan verlossen.
Het laat Hem niet koud als je nog zonder Hem bent
en Hij wil niets liever dat je van Hem wordt en komt zodat Hij mag geven.
In het avondmaal laat de Heere Zich kennen.
In het avondmaal laat de Heere zien Wie Hij is.
In het avondmaal laat de Heere ons komen om te ontdekken wat we reeds weten,
om het zelf te ervaren, wat de Bijbel ons voorhoudt: God is goed, God is genadig.
God is goedertieren. God is een God van ontferming.
Hoe zouden we zonder deze God kunnen leven?
Hoe zouden we deze uitnodiging om te komen kunnen afslaan?
Proef en zie, merk zelf dat God goed is. Amen

Plaats een reactie