Waarom ik afgehaakt ben in de discussie over Israël

Waarom ik afgehaakt ben in de discussie over Israël

Op de dag dat ik mijn afstudeerscriptie inleverde, hadden we als studenten bij de koffieautomaat een discussie over Israël. Ergens in dat gesprek constateerde ik, dat ik in mijn hele studie dit thema niet was tegengekomen. Toen ik dat opmerkte, reageerde mijn buurman in de kring op zo’n felle wijze dat ik daar verbaasd over was. Had ik in de 7 jaar van studie een belangrijk thema gemist? Voor mij was dat een aanleiding om de discussie over Israël en de kerk te volgen.
Naïef als ik was, besloot ik bij bepaalde Israëlvoorstanders om advies te vragen. Ik kwam echter een wereld tegen, waarvan ik geen flauw benul had, dat deze wereld binnen de kerk bestond. De discussie over Israël en de kerk is een soort Transnistrië: wie hier binnenstapt is zijn leven niet zeker. Sinds die tijd waarschuw ik collega’s en leeftijdsgenoten. Ze kunnen deze discussie beter links laten liggen. Want het gaat om een wereld waarin men met onverholen minachting schrijft over degenen die een iets andere mening hebben. Een wereld waarin de discussie gevoerd wordt door de ander openlijk verdacht te maken en de theologische integriteit van de ander ter discussie te stellen. Meningen en argumenten tellen niet. Men reageert alleen vanuit heftige emoties. Tegenstanders en critici wordt agressief en ad hominem bejegend. Ook de PKN, de kerk die ik dien, wordt voortdurend geschoffeerd. Mijn eigen ervaring is, dat wie alleen maar een verhelderingsvraag stelt, een lawine aan verwijten over zich heen gestort kreeg. Verwijten gericht aan mijzelf, mijn studie en de docenten bij wie ik college heb gevolgd.
Toendertijd gaf ik aan, dat onder de jonge generatie predikanten een andere visie op de relatie met Israël aanwezig was. Wilde men dat mijn generatie bezig is met de onopgeefbare verbondenheid met Israël, zou men zich anders moeten opstellen. Deze constatering werd met hoongelach ontvangen en van tafel geveegd. Sinds dit jaar kan men er niet meer omheen dat de jonge generatie predikanten anders met deze discussie omgaat. In plaats van het gesprek aan te gaan, wordt er paternalistisch gereageerd (“Hier schrik ik van!”). Of we worden ervan beticht onze inspiratie uit een verkeerde bron te halen (“Gevolg van de Angelsaksische theologie van Dunn en Wright e.a.”). Er wordt gesuggereerd  dat we de geschiedenis verwaarlozen. Het moderne antizionisme zou een herleving zijn van het oude antisemitisme. Woorden als vervangingstheologie en antisemitisme worden gemakkelijk uit de mouw geschud. Al deze verwijten zijn ongegrond en kunnen alleen geuit worden, omdat men het gesprek met onze generatie niet opzoekt. Ik heb nog niemand gesproken, die is uitgenodigd om te vertellen waarom onze generatie anders denkt. Zodoende wordt er niet echt op de bezwaren ingegaan. Topdown wordt ons in brochures door de GB en Appèl Israël en de Kerk voorgeschoteld, hoe wij over Israël hebben te denken. Dit is de norm en hieraan hebben wij ons te houden.
Ik heb mij erover verbaasd dat de Gereformeerde Bond de brochure Onopgeefbaar verbonden heeft ondertekend. Alle kritiek die de Gereformeerde Bond heeft op de evangelische beweging komt in deze brochure voor: selectief gebruik van de Bijbel, negeren van de belijdenis en de eigen traditie, een theologie gebaseerd op emotie en niet op de Schrift. Waarom verliest men als het om Israël gaat voortdurend de kritische reflectie, die men naar andere bewegingen toe wel heeft? Waarom is men als het gaat om Israël bereid om behoorlijk wat aan christologie in te leveren?
Wie de discussie over Israël volgt, komt geregeld tegen dat onze theologische traditie zwaar in de schuld staat naar Israël toe. Onze theologische traditie zou bol staan van antisemitisme en het klimaat geschapen, waarin de Shoah kon plaatsvinden. Als dat klopt, wil ik die traditie voor mijn rekening nemen en daar volop rekenschap van geven. Maar waarom is men in pro-Israëlkringen niet bereid om de eigen theologie te herzien vanwege de Shoah?In de brochure Onopgeefbaar verbonden komt niet het besef voor, dat het in het Jodendom om een werkelijk andere godsdienst gaat. Het gaat bij pro-Israëlmensen vaak ook niet om Israël zelf, maar om onze liefde voor Israël. Als het werkelijk te doen was om Israël zelf en de landbelofte, maakte men geen reizen naar het Beloofde Land, maar liet met het land aan Israël zelf. Als het werkelijk om Israël te doen was, was men bereid om te stoppen met de aandacht voor Israël – uit respect voor de Joden die niet op de kerk zitten te wachten. Zit Israël, zitten de Joden wel te wachten op onze liefde en aandacht?
Daarom is mijn voorstel om te stoppen met onze discussie over Israël, te stoppen met alle reizen naar het Beloofde land, om te stoppen met onze liefde voor Israël en Israël aan Israël overlaten. Niet uit onverschilligheid, maar juist vanwege de onopgeefbare verbondenheid met Israël. Het enige wat wij kunnen doen – en zouden moeten doen! – is luisteren naar de vragen die Joden, als ze met ons in gesprek zouden willen, aan ons stellen. En deze vragen ter harte te nemen en bereid zijn vanuit deze vragen onze theologie opnieuw te doordenken.

ds. M.J. Schuurman

22 thoughts on “Waarom ik afgehaakt ben in de discussie over Israël

  1. Beste Matthijs,

    helaas, helaas is deze blog maar al te herkenbaar. Jammer, vind ik dat. Wel goed dat je erover schrijft, en gelukkig ook op vrij nuchtere toon.
    Hartelijke groet,

    Wilbert

  2. ik ben blij dat ik geen politicus ben, maar een christen die met Gods verbondsvolk meeleef. Ik weet niet hoe problemen dienen te worden opgelost, maar ik weet wel dat God ooit zijn eeuwig verbond heeft gesloten met Abram, en dat onze doop hierop gebaseerd is.
    Ooit heeft God Israel uitverkoren, en aan Abram Izaak en Jacob heeft Hij beloofd dat ze een groot volk zouden worden en het land wat Hij ooit beloofd heeft aan Abram, heeft Hij naar wat ik weet nooit ingetrokken… Wel begreep ik dat vanwege het ongeloof van Zijn volk het Evangelie in op dracht van Jezus is verspreid over de heidenen… iets waar wij christenen heden ten dage van mogen profiteren. Je ziet dat ook heel duidelijk in de manier waarop Paulus te werk ging. Hij ging eerst naar de Synagoge om de Joden het Evangelie te brengen. En daarna vervolgde hij zijn weg naar de heidenen.
    Wat Gods bedoeling is met Zijn volk en het land van Israël is voor mij erg wazig, maar als ik nog een keer de kans kreeg, zou ik zeker nog eens een Israël reis willen maken…

    • Zolang er besef is dat Israël toch anders is dan wij zouden willen, heb ik geen moeite met reizen naar Israël. Een reis naar Israël kan heel stimulerend werken voor het eigen geloofsleven. Ik vind wel dat predikanten en andere reisleiders veel meer aandacht zouden moeten besteden aan het anderszijn van Israël.

  3. Veroorloof mij een reactie op een enkele zinsnede uit de laatste alinea: “Het enige wat wij kunnen doen”.
    Dat is mij net te reductionistisch. Volgens mij kan Paulus in Romeinen 10:1 ons nog steeds ten voorbeeld strekken. Je kunt ook in het gebed liefhebben. Dan laat ik Israël niet aan Israël maar aan God over.

  4. ‘Toendertijd’!? *reageert emotioneel*, leert het woordenboek niet ‘toentertijd’ of gebruikt u soms nog het Woordenboek der Nederlandsche taal uit 1960 waarin dit naast ‘toentertijd’ nog wel als één van de alternatieven gold? Wat voor onderwijs heeft u wel niet ontvangen!? Hier schrik ik van! ;-)

    Wat serieuzer: in het slot lijk je een houding aan te nemen waar het geloof alleen uitgelegd hoeft te worden als er vanuit de ander om gevraagd wordt. Ik denk dat dit juist niet een houding van respect is omdat je dan de ander onthoud van wat je hem kunt geven. Iemand in zijn waarde laten is respecteren, maar iemand negeren getuigt meestal van het tegenovergestelde. Bovendien is het de actieve opdracht van de kerk om het goede nieuws aan iedereen bekend te maken en niet passief af te wachten tot de ander naar jou toe komt. Je conclusie lijkt gebaseerd te zijn op de vooronderstelling dat Joden niet op christenen zitten te wachten, maar ik denk dat zij net als andere mensen best wel geïnteresseerd kunnen zijn in ons verhaal als ze maar nuchter en niet te geforceerd benaderd worden. Zelfs als men in eerste instantie negatief tegenover het christendom staat vanwege een bepaalde voorgeschiedenis.

    • Wie zegt er dat Joden wel op christenen zitten te wachten? De wens tot contact /dialoog komt vooral van christelijke zijde. Christenen staan niet blanco tegenover Joden, maar dragen een geschiedenis met zich mee. Wie dat uit het oog verliest, is niet respectvol, hoe waardevol het evangelie ook is. Christenen kunnen dat uit het oog verliezen, maar Joden zijn er gevoelig voor. Na zo’n geschiedenis moet een christen zich niet teveel willen opdringen, maar de bereidheid hebben om te luisteren naar datgene dat is aangedaan. Vanuit het besef dat de christelijke traditie wel degelijk dader kan zijn.

      Toendertijd: ik ken alleen deze schrijfwijze. Ik heb een reformatorische basisschool gevolgd. Misschien dat dat een verklaring is. Hoewel, die stammen van na 1960

      • Natuurlijk moet je nooit lomp over de gevoeligheden van de ander heen walsen, maar ik denk wel dat er gepoogd moet worden om de relaties glad te strijken zodat er dialoog mogelijk wordt en dan ook gesprekken over het evangelie zouden kunnen plaatsvinden. Als gevoeligheden een te grote rol gaan spelen zou er nooit contact mogelijk zijn met andere groepen (of het nou Joden, moslims, seculieren of wie dan ook zijn) en dan loop je het gevaar onverschillig te worden. De kunst is juist om met tact de brug te slaan naar de ander en wie zegt dat er geen Joden zijn die hiervoor openstaan?

        Overigens denk ik niet dat we meer aandacht voor Joden en Israël zouden moeten hebben dan voor andere groepen en landen, aangezien God de hele wereld op het oog heeft en uiteindelijk de hele aarde vervuld zal zijn van Gods heerlijkheid en niet alleen Israël.

  5. Beste Matthijs, je hebt het heel goed en helder verwoord, vind ik. De emoties maken een gesprek / dialoog / discussie onmogelijk. Ik leer veel van de rabbijnse literatuur; die gebruik ik graag. Voorbede doe ik voor het conflict tussen Israël en de Palestijnen – voor de betrokkenen: slachtoffers, bestuurders, vredesbewegingen. Ik houd m’n hart vast om Israël. De huidige politieke koers stevent af op een enorme ramp. De erkenning van de staat Israël door de Palestijnen is nodig. En het omgekeerde eveneens. Ze houden elkaar gevangen in een negatieve spiraal.
    Op 4/10 hebben we hierover in Velp een gemeenteavond o.l.v. drs. Gied ten Berge – een goede gids. Een reis naar Israël heb ik nooit overwogen. Wel heb ik contacten met enkele joodse mensen in de regio.
    Enne – die andere visie op Israël onder jonge predikanten: dat heeft niets met leeftijd te maken! Ik zit één jaar voor m’n pensioen en ken genoeg collega’s die er vergelijkbaar over denken.

    • Beste Klaas,
      Ik heb ooit eens gepreekt in een gemeente over Romeinen 8:1. Voor mijn gevoel was het een hele vreugdevolle preek. In deze dienst was er ook een Jood aanwezig, die naar de kerk kwam, omdat zijn vrouw christen was. Bij de uitgang zei hij tegen mij: “Waar is de vreugde in uw preek? Ik mis de vreugde altijd zo bij christenen.” Dat is een van de vragen, waar ik in het slot op doelde.

    • Overigens: mbt de politiek heb ik mijn mening opgeschort. Vanuit Nederland ben ik niet in staat om aan te voelen wat beide partijen nodig hebben. Mijn vermoeden is dat de wereldwijde aandacht voor dit conflict de vrede alleen maar verder weg laat zijn.

  6. Goedendag allemaal, ik vind het eigenlijk een onduidelijk verhaal met warrige conclusies, zelfs in de commentaren onder het stuk. Ik citeer de heer Schuurman: “Zolang er besef is dat Israël toch anders is dan wij zouden willen, heb ik geen moeite met reizen naar Israël”. Wat bedoelt u eigenlijk hiermee?

    Als lezer word ik hier telkens op een ander been gezet, dus zou ik de kwestie eigenlijk gewoon willen simplificeren: gelooft de heer Schuurman dat God een verbond heeft met het Joodse volk en dat de kerk ‘van nature’ onopgeefbaar verbonden is met het volk en land Israel?

  7. Palestijnen zijn het slachtoffer van Arabische wereld. De rijke olielanden geven liever geld uit aan de terreurorganisaties in die gebieden dan dat ze het zullen besteden aan ontwikkeling van deze gebieden. De Palestijnen zetten zich niet in de Gaza-Strook om er een tweede Hong Kong van te maken, maar concentreren ze zich op een gewelddadige strijd tegen Israël.De levensvatbaarheid van een staat hangt echter niet af van de omvang van de staat, maar van andere factoren zoals democratie, het stoppen van geweld, etc. Er zijn nog geen enkele aanwijzingen waaruit op te maken valt dat Gaza die kant opgaat.Het Arabisch-Israelische conflict is een religieus conflict, tenminste van de kant van de Arabieren en de rest van de moslims die immers alle grond die ooit door moslims is veroverd beschouwen als een waqf en voor eeuwig behorend aan de Oema. 
     

    • Inderdaad, de Palestijnen zijn het slachtoffer van de Arabische wereld, waarin een anti-Ïsraël houding wordt gepropageerd. In het onderwijs is dit reeds aantoonbaar. Kinderen worden niet opgevoed om menslievende mensen te worden, die zich inzetten voor de vrede, maar om zich te verzetten tegen de aanwezigheid van de staat Israël.
      In onze Reformatorische traditie is vooral de nadruk gelegd op het zondaar zijn van de mens, en op het verzoenend lijden en sterven van Jezus Christus.
      Maar prof. David Flusser, hoogleraar te Jeruzalem, bijbelwetenschapper, zei terecht in zijn boek ‘Jezus, een joodse visie’: “Maar Jezus heeft tijdens zijn leven toch ook wel iets gezégd?” Om de Tora-uitleg gaat het bij de rabbijnen, en om de Tora-uitleg zou het ons, Christenen, toch ook moeten gaan? Gaat dan heen, doopt de volkeren en onderwijst hen… en: Ieder die mijn woorden hoort en ze doet…
      Joden kennen “Vreugde der wet,” (Simcha Tora) wij leren in de catechismus: waaruit kent gij uw ellende? uit de Wet.
      Alsof de wet, de Tora, niet bedoeld is als levensonderricht in de chaos die het leven is! Een reden tot vreugde. Van de grote Joodse wijzen kunnen wij heel veel leren, en dit brengt ons dichter bij wat Jezus bedoeld heeft.
      Wij hebben Jezus als Jood voor Joden onherkenbaar gemaakt. In Jezus’ naam zijn in het verleden Joden vervolgd en gedood, dan is het toch geen wonder dat ze Jezus als Messias afwijzen?
      De Israëlische schrijver Meir Shalev zei: “Jezus is te vroeg gekomen, we waren er nog niet klaar voor, nu zou hij heel anders ontvangen worden.”
      Wij beoordelen Joden nog steeds op hun afwijzing 2000 jaar geleden. We vergeten dat de evangelisten Joden waren, en dat allen die op het Pinksterfeest aanwezig waren Joden waren! Ook zijn er nu al Messiaanse Joden die zich in onze kerken niet thuis voelen, het gaat er te weinig Joods toe.
      Heroriëntatie op de Joodse wortels van de kerk zou een zegen zijn voor de kerk. Laten wij vooral met Joden in gesprek blijven, naar hen luisteren.

  8. Ik kwam bij toeval uw stukje tegen en voel toch te behoefte om te reageren.Ik verkeerde in de mening dat dominees er waren om op een verstandige manier met ingewikkelde vraagstukken om te gaan. De nieuwe generatie heeft, zo begrijp, echter ook de mogelijkheid om af te haken. Of zoals hij het noemt ‘ stoppen uit liefde’ .

    De grondlegger van het geloof waar u in voorgaat was, zo lezen we in het Nieuwe Testament, een joodse man met een traditionele joodse opvoeding en een duidelijke joodse visie op de belangrijke levensvragen. Hij leefde en werkte in Israel en zijn eerste volgelingen waren voornamelijk joden. Kortom zonder Jodendom geen Christendom.

    Je moet toch wel een heeeel moderne dominee zijn om het onderwerp Israel van de eigen agenda te willen afvoeren. Protestantisme in een historisch vacuum, tegen beter weten in bij nul willen beginnen in plaats van de schatplichtigheid aan het Jodendom te erkennen. Uw wortels zijn mijn wortels, of u het nou leuk vindt of niet. Zoals de psalmist zegt: als ik u vergeet Jeruzalem, snijd ik mijn rechter hand af. Dominee Schuurman heeft zijn rechter hand al afgesneden. Hij illustreert onbedoeld waarom de kerk in Nederland afkalft.

    • Beste Pesach,

      Het is mij niet te doen om Israël van de agenda te schuiven of mij te ontdoen van Israël. Ik wil met dit stuk aangeven dat er binnen de protestantse kerken van Nederland geen discussie mogelijk is zonder bij voorbaat in een bepaalde hoek gedrukt te worden.

      De discussie focust zich nu meestal op de vraag: sta je als christen achter de staat Israël of kom je op voor de belangen voor de Palestijnen.
      Voor mij gaat het om vragen als:
      – Wat betekent het voor Christendom en Jodendom dat christenen geloven, dat Jezus geen stichter is van een nieuwe godsdienst is, maar als de vervulling van de Tenach (als de shekina en kabood in persoon)?
      – Wat betekent het voor Christendom en Jodendom dat zij beiden ontstaan zijn uit het Vroege Jodendom, maar beiden een andere uitwerking hebben (en op zijn minst de vraag oproept of Jeruzalem en het huidige Jodendom te vereenzelvigen zijn)?
      – Wat betekent het voor het Christendom dat het Jodendom beide bovengenoemde claims afwijzen?
      (En een vraag die ik van een collega leerde die zich intensief met het gesprek tussen Joden en Christenen heeft ingelaten: wat betekent het om heiden te zijn?)
      Zulke vragen komen in het gesprek niet aan de orde, terwijl dat fundamentele vragen zijn.

      • Geachte heer Schuurman,

        Een verrassing, om onderstaande mail in mijn mailbox te vinden. Meer dan een jaar geleden heb ik mee gedaan aan het gesprek op de website, en nu krijg ik een mail toegestuurd. Dat zal wel bij vergissing geweest zijn. Maar toch wil ik even reageren op het gesprek. Met belangstelling heb ik alle reacties gelezen, die allemaal iets toevoegen aan de visie op het onderwerp Kerk en Israël. Er heerst inderdaad verwarring en tegenstrijdigheid in de kerken. De kerk bevindt zich in een crisis. Om die te boven te komen, althans een bijdrage te leveren om de crisis te boven te komen, zijn wij als Stichting “De Profeten Nu” bezig met het monumentale boek van de grote Joodse denker Abraham Joshua Heschel, in een Nederlandse vertaling uit te geven. In dit boek spreken Israëls profeten zich uit over de samenleving waarin zij verkeren, die eigenlijk niet zoveel verschilt van de samenleving waarin wij nu verkeren. Met dit boek wordt gehoopt een diepere laag te bereiken dan die van de thans bestaande tegenstellingen. In het artikel Compassie, geschreven voor Kerk en Israël Onderweg mocht ik iets schrijven over Heschel en over dit boek. Het is nog tot oktober tegen intekenprijs verkrijgbaar. Ook in het nu pas verschenen nummer van K en I Onderweg staat een lezenswaardig artikel van Dick Boer over onopgeefbare verbondenheid. Hij heeft daarbij ook oog voor de Palestijnse zaak. Wij kunnen het verlossende woord in deze impasse waarin de kerk is geraakt, niet spreken. Maar Heschel reikt ons nieuwe inzichten aan. Graag onderschrijf ik de woorden van Dr. Henk Vreekamp: “Het verbond bestaat niet zonder Thora, niet zonder volk en ook niet zonder land. En het land Israël bestaat niet zonder heel de aarde.”

        Met vriendelijke groeten,

        Louise Katus-Luyendijk

  9. “Het moderne antizionisme zou een herleving zijn van het oude antisemitisme.”

    Indien kritiek op het zionisme bestaat uit het advies om zelfmoord te plegen dan lijkt me deze vaststelling juist. Vrede zou alleen mogelijk zijn, volgens de anti-zionisten, wanneer de Arabieren Israel het mes op de keel kunnen zetten. Wie niet het vertrouwen heeft dat de Arabieren in dat geval niet gaan snijden is een extremist en tegen vrede.

    Jaja, zo kennen we er nog wel eentje.

    • Beste Daniël,

      Je reactie is exact een illustratie van wat ik bedoel aan te geven. Je reactie is namelijk te suggestief. Kritiek op het zionisme is niet hetzelfde als de gedachte dat Israël maar zelfmoord moet plegen of het bestaan van de staat maar moet opgeven.

      Ik weet niet of vrede mogelijk is. Het wantrouwen aan beide zijden is diep en niet zomaar overwonnen. Ik ben ook niet de persoon om aan te geven hoe Israël en de Palestijnen tot vrede kunnen komen.

      Daar gaat het mij ook niet om. Het gaat hier om de discussie binnen de kerken over de verbondenheid met Israël. Die verbondenheid staat voor mij niet ter discussie. ‘Mijn’ kerk, de Protestantse Kerk, heeft in de grondslag staan onopgeefbaar verbonden te zijn met Israël. Dat onderschrijf ik volledig.

      Ik plaats ook geen kanttekeningen bij Israël in dit stuk. Ik plaats kanttekeningen bij de liefde van christenen voor Israël en de druk die uitgeoefend kan worden als iemand een afwijkende mening heeft.

      Trouwens, ik moet nog de eerste geloofwaardige en goed beargumenteerde onderbouwing zien van de stelling dat het moderne antizionisme wél een herleving is van het oude antisemitisme.

  10. The Bible Unearthed van Silberman en Finkelstein toont onomstotelijk aan dat de bijbel en de daarin verkondigde “waarheden ” een poleisch geschrift was , geschreven in de 7e eeuw vC van de monotheisten tegen de polytheisten. De bijbel beschouwen als een geschiedenisboek is een fout van zeloten die de Ilias van Homerus waarschijnlijk ook opvatten als waarheid i.p.v . de mythe die het is

    • Beste Maarten,
      Bedankt voor je reactie.

      Het ligt iets complexer dan je hier aangeeft. Silberman en Finkelstein zijn archeologen en geen bijbelwetenschappers. Het is een debat binnen zowel de archeologie van het Oude Nabije Oosten in hoeverre de Bijbel een historisch betrouwbare bron is. Er zijn minimalisten die zeggen dat de Bijbel totaal geen betrouwbare historische bron is. Er zijn maximalisten, die juist voor de optimale betrouwbaarheid van de Bijbel gaan.
      Deze discussie is niet los te zien van de rechtvaardiging van de huidige staat Israël. Als het Bijbelse Israël er nooit is geweest heeft de huidige staat ook minder recht van bestaan.
      Ook de typering dat de Bijbel een polemisch geschrift is van de monotheïsten tegenover de polytheïsten ligt veel genuanceerder bij veel Bijbelwetenschappers. En al zou dat zo zijn, dan is het nog maar de vraag of daarmee de historische betrouwbaarheid ondergraven wordt. In ieder geval moet je verklaren waarom die nieuwe, monotheïstische stroming zo succesvol is en de polytheïstische stromingen heeft kunnen verdringen.
      Het is de vraag hoe je archeologische vondsten waardeert, die wel enigszins met de Bijbel te linken zijn, zoals de Tel Dan Stèle (die over het huis van David spreekt) en de Mesa-stèle. Maximalisten geven aan, dat als je dezelfde strenge criteria toepast op geschiedenis van andere volkeren in het Oude Nabije Oosten, dat je ook van hen geen geschiedenis kunt schrijven. Met andere woorden: de criteria worden te streng en te selectief gehanteerd in hun ogen.

      Is de Bijbel in de 7e eeuw geschreven? Dan zul je in ieder geval het Oude Testament bedoelen. Ook dat is nog maar de vraag. Het is nooit bewezen in welke tijd het Oude Testament geschreven is. Er zijn alleen maar hypothesen. Er is een minderheid die aangeeft dat de Bijbel ouder is dan de 7e eeuw. Er is een grotere groep die stelt dat de Bijbel pas uit de 4e eeuw stamt. Er zijn er die zeggen dat als de Bijbel uit de 7e eeuw stamt er gebruik gemaakt is van oudere bronnen, die verwerkt en geredigeerd zijn. Het is dus te kort door de bocht om te stellen dat de Bijbel geen geschiedenisboek zou kunnen zijn.

      Tot slot: in de Bijbelwetenschap wordt van sommige verhalen gezegd dat ze mythisch zijn. Daarmee bedoelt men dat de verhalen gaan over God, goden, engelen, een goddelijke ingreep. Echter mythisch houdt nog niet in dat het geen waarheid kan bevatten. Het is puur een genrematige aanduiding dat de inhoud met iets bovennatuurlijks te maken heeft.

      Ilias van Homerus is echt een andere categorie. Je kunt niet zomaar een Griekse schrijver uit een andere cultuur (tijd?) vergelijken met iets waar geen naar alle waarschijnlijkheid geen connectie mee is. Er zijn bijbelwetenschappers die zich wel met die vergelijking hebben bezig gehouden. Otto Kaiser zal je er bijvoorbeeld meer over kunnen vertellen.

Plaats een reactie