Jesus & John Wayne (verkorte versie)
In 2016 stemde 81% van de blanke evangelicals op Donald Trump. Volgens Kristin Kobes du Mez, hoogleraar Geschiedenis aan de Calvin University (Michigan) moeten we daar niet van opkijken. Want in eerste instantie lijkt het erop, dat Trump met zijn levensstijl mijlenver van de evangelicalen afstaan: hij is meermaals gescheiden, is seksistisch in zijn optreden, wordt omgeven door verhalen over seksschandalen. Toch past juist hij heel goed bij de evangelicalen in de VS, omdat hij het evangelicale ideaal van de mannelijkheid belichaamt.
De man is voor deze evangelicals een echte ruige man en geen verwijfd persoon en is bereid om letterlijk en figuurlijk te vechten voor zijn gezin en voor zijn vaderland. Waarbij aangetekend moet worden dat het vaderland als een christelijk vaderland moet worden beschouwd, maar dan wel een blank, protestants Amerika. Dat christelijke vaderland wordt bedreigd door gevaren van binnenuit en buitenaf: door communisme, door de islam, door feminisme en homoseksualiteit.
De ideale man volgens evangelicals is bereid om alles te geven in de strijd om gezin en vaderland te beschermen. Gezin en vaderland horen bij elkaar, want een ideale vader die zijn gezin beschermt is ook in staat om zijn vaderland te beschermen. Het prototype van deze ideale man volgens de evangelicals is John Wayne, een filmster die populair is geworden door de rol als stoere cowboy en als ruige soldaat die voor de vrijheid van zijn land vecht. Na het verschijnen van deze films gaan evangelicale schrijvers en voorgangers dit ideaal uitdragen: denk aan Billy Graham en James Dobson, Jerry Falwell, Mark Driscoll.
Evangelicalen worden heel succesvol in het opzetten van een netwerk van christelijke tv-stations en boekhandels, waardoor dit gedachtengoed ook onder niet-evangelicale christenen wordt verspreid en met succes ook wordt geëxporteerd naar andere landen.
Het ideaal van deze evangelicals is een militaristische mannelijkheid: de man heerst over zijn gezin. Vrouw en kinderen zijn aan hem onderworpen. In het huwelijk is de rol van de vrouw er vooral om de kinderen op te voeden volgens het ideaalbeeld en volledig ter beschikking te staan voor hun man. Dat gaat zelfs zo ver, dat vrouwen altijd klaar moeten staan voor seks met hun man. Sommige evangelicale voorgangers, zoals Mark Driscoll, gingen zelfs zover de mannen in hun gemeente te vertellen dat hun vrouwen orale seks niet mogen weigeren. Een man die seksueel bevredigd wordt, kan als leider schitteren.
Zowel binnen de kerk als binnen de maatschappij gaat de voorkeur van evangelicalen uit naar krachtdadige en autoritaire leiders. De evangelicalen ontwikkelen een militaristische spiritualiteit, waarbij Jezus trekken krijgt van een superheld, een machtige strijder, een Jezus aan het kruis die met gebalde vuisten zijn macht laat zien.
Evangelicalen krijgen een voorkeur voor het leger en krijgen ook veel invloed in het leger. Douwhegens als George Patton, Douglas MacArthur en Oliver North kunnen op bewondering rekenen. Ook in de politiek gaat de voorkeur uit naar krachtige leiders, die echt man zijn. Alleen presidenten als Ronald Reagan en Donald Trump, die beiden totaal geen evangelical zijn, zijn in staat om de dreigingen af te slaan. Alleen zij kunnen de vijanden van buiten verslaan.
Evangelicalen ontwikkelen in de jaren-’80 een visie op het Buitenlands beleid, waarin Amerika zich militant opstelt en niet schroomt om landen binnen te vallen. Reagan en Trump zijn ook de juiste mensen om de invloed van het feminisme en homoseksualiteit tegen te houden. Want zowel feminisme en homoseksualiteit ondergraven een het beeld van de militante man, die autoritair over gezin en vaderland regeert. Diepe afschuw is er voor presidenten als Jimmy Carter en Bill Clinton, terwijl die qua geestelijke achtergrond veel dichterbij de evangelicalen staan. Maar omdat zij uit eigen kring komen, worden ze als verraders gezien. Ook Barack Obama, die toch een veel duidelijke christelijke achtergrond dan Trump heeft wordt geminacht, omdat hij zowel het mannelijkheidsideaal als het land verkwanselt.
In de laatste decennia is duidelijk geworden hoe invloedrijk deze visie op militante mannelijkheid is, waarbij ook de schaduwzijden heel nadrukkelijk naar voren zijn gekomen. Deze visie leverde een onveilige situatie voor vrouwen en kinderen op: Seksueel misbruik is een niet te onderschatten factor binnen de evangelicale wereld. Diverse toonaangevende evangelicale voorgangers hebben het veld moeten ruimen vanwege misbruikschandalen.
Daarnaast is deze visie een onmiskenbare voedingsbodem voor racisme en witte suprematie. Het is geen wonder dat de een groot deel van de Afro-Amerikaanse christenen zich afzijdig houdt van de evangelicale beweging, omdat ze aanvoelen dat er voor hen geen ruimte is vanwege de hang naar een christelijk blank Amerika.
Kobes du Mez doet als historicus onderzoek naar de visie op vrouwen in de Amerikaanse geschiedenis. Door haar studenten, die mede uit de evangelicale beweging komen, is zij deze evangelicale visie op militante mannelijkheid op het spoor gekomen. Zij komt zelf uit de Christian Reformed Church, een kerk die in jaar jeugd juist kritisch is op de Amerikaanse cultuur, maar door het succesvolle uitdragen van het evangelicale gedachtengoed ook steeds meer beïnvloed wordt. Met haar boek wil ze een bijdrage leveren aan de bestrijding van de militante mannelijkheid en voor een gelijkwaardige behandeling van man en vrouw.
N.a.v. Kristin Kobes du Mez, Jesus and John Wayne. How White Evangelicals Corrupted a Faith and Fractured a Nation (New York: Liveright Publishing Corporation, 2020).