Preek zondag 11 februari 2024 morgendienst
Schriftlezing: Lukas 9:51-62
Gemeente van onze Heere Jezus Christus,
Vandaag begint de Lijdenstijd:
7 weken waarin we stil staan bij de weg die Christus ging naar Golgotha.
7 weken waarop wij zelf als het ware met Christus meegaan en Hem volgen op deze weg.
Een weg van lijden.
Dat lijden bestaat niet alleen uit pijn,
niet alleen uit lichamelijke pijn die Christus moest lijden
of uit de geestelijke pijn die Hij moest doormaken.
Het lijden bestond er ook uit dat Jezus werd afgewezen, niet als Messias werd erkend
en dat Jezus steeds moest uitleggen wat het betekent om Hem te volgen.
Dat is het lijden van Jezus: dat Jezus Zijn eigen leerlingen steeds moet uitleggen
wat hoort bij het volgen van Jezus.
Jezus volgen betekent nog niet gelijk: Jezus begrijpen.
De leerlingen dachten zo onderhand dat ze Jezus wel zouden begrijpen,
dat ze in staat waren om Zijn reactie uit te tekenen.
Dat zien we als Jezus Samaria binnengaat
en de Samaritanen niet echt op Jezus zitten te wachten.
Jezus is voor hen van de verkeerde club, de verkeerde kerk zouden we kunnen.
Jezus is op een verkeerde manier met God bezig.
Hij is op weg naar Jeruzalem, maar daar moet Hij niet zijn.
Dan gaat hij voorbij dé plek waar je moet zijn om God te dienen.
De echte plek om God te dienen is bij hen.
Daar in Jeruzalem doen ze wel alsof ze de toegang tot God hebben, dat je daar moet zijn.
Als ze merken dat Jezus naar Jeruzalem gaat, gaan voor Hem de deuren dicht.
Als Jezus nu bij hen naar de tempel was gegaan en met hun feesten had meegedaan
dan was er volop plaats te krijgen, maar nu willen ze Hem geen plaats bieden.
Ze willen niet met Jeruzalem in verband gebracht worden.
Voor Jezus op weg naar Jeruzalem is er geen plek.
Al beseffen ze niet dat Jezus naar Jeruzalem op weg is voor het kruis op Golgotha
en na Zijn opstanding vanaf de Olijfberg naar de hemel terug te keren.
Dat is wat Lukas aangeeft: de dagen van Jezus’ opneming waren aangebroken.
Ook dat hoort bij de lijdensweg van Jezus op aarde,
dat Zijn missie vaak verkeerd begrepen wordt.
Twee leerlingen van Jezus merken dat er geen plek voor Jezus is: Jakobus en Johannes.
Deze twee broers hebben gezien wie Jezus was.
Ze waren er bij toen Jezus daar op die berg was, met Mozes en Elia.
Ze hebben ervaren dat Jezus meer is dan een gewoon mens.
Waar Jezus komt, daar merk je dat God er is.
Jezus is meer dan Elia en meer dan Mozes. Met Jezus komt God zelf mee:
God de Zoon, die mens geworden is, die daar Zijn voeten zet.
Als de deuren voor Jezus dicht gaan, dan gaat toch ook de deur voor God dicht?
Kan dat zomaar gebeuren dat God niet welkom is en dat Jezus wordt afgewezen?
Dan moet God toch ingrijpen om Zelf ruimte te scheppen voor Zijn Zoon op aarde.
Ze gaan naar Jezus toe: “Meester, nog niet zo lang geleden was U op de berg,
met Mozes en Elia en daar spraken jullie samen.
Als U hier in dit dorp niet welkom bent, moeten we dan niet net als Elia doen?
Elia zat ook op een berg en toen hij moest bewijzen dat hij een man van God zou zijn
vroeg hij vuur uit de hemel en dat viel op soldaten neer die hem moesten halen.
U bent meer dan Elia. U bent de Zoon des mensen,
gekomen om orde op zaken te stellen, om het koninkrijk van God te brengen,
U bent de Zoon van God en hebt hier volmacht om op te treden,
om te laten zien Wie U bent.
Heer, laat Uw heerlijkheid zien. Vernietig deze vijanden van U met vuur uit de hemel!”
Als Jezus God met Zich meebrengt, kan Hij ook optreden als God, zo denken de leerlingen.
In het koninkrijk van God mogen alleen mensen komen, die Jezus welkom heten,
die blij zijn met Zijn komst, en Hem al zingend verwelkomen:
Hosanna, gezegend is Hij die komt in de naam van de Heere.
Dan moet er maar schoon schip gemaakt worden
En al degenen die Jezus niet willen verwelkomen, moeten maar de gevolgen ondervinden:
een hemels vuur dat die Samaritanen als vijanden van God zal verteren.
De HEER’ zal opstaan tot den strijd;
Hij zal Zijn haters, wijd en zijd,
Verjaagd, verstrooid, doen zuchten.
Hoe zal Jezus reageren? Stemt Hij met de leerlingen in?
Zal Hij zeggen: “Jullie hebben gelijk! Ik zal laten zien Wie Ik ben.
Ik zal Mijn hemelse macht en majesteit laten zien, zodat iedereen onder de indruk raakt!”?
Nee, Jezus richt zich niet tegen de Samaritanen.
Als er al boosheid bij Jezus is, richt die boosheid zich tegen de eigen leerlingen.
Hij spreekt hen stevig aan. Hij bestraft hen.
Dat bestraffen doet Jezus ook steeds met de demonen.
Jullie beseffen niet dat jullie een verkeerde geest in jullie hebben.
Die ijver die in jullie brandt is niet Mijn Geest, maar een demonische geest,
een geest om ieder die je in de weg staat en niet doet wat jij wil
te vernietigen, kapot te maken.
Maar dat is niet Mijn Geest die in jullie is.
Die wens om heilig vuur uit de hemel te laten komen, past niet bij mijn koninkrijk.
En dan staat er nuchter: ze gaan naar een ander dorp.
Als er in dit dorp geen plaats is, dan is er wel een volgend dorp waar Jezus wel welkom is.
Jezus gaat hier door Samaria.
Ik las ooit een mooie uitleg van Eugene Peterson over Samaria.
Eugene Peterson stichtte ooit een gemeente, waar hij 26 jaar predikant van was.
Een Amerikaanse dominee, die steeds zocht naar wat het evangelie betekende
voor de mensen van zijn eigen tijd die net zo Amerikaans waren als hijzelf.
Samaria, zo zei deze Peterson, is een gebied dat er zo’n beetje tussenvalt.
Galilea en Judea zijn bijzonder.
Galilea: daar zagen de mensen Jezus de wonderen doen en hoorden ze hem preken.
Daar vertelde Jezus over het koninkrijk van God.
Daar gaf hij op de berg Zijn bergrede en allerlei andere lessen over Gods koninkrijk.
Daar in Galilea konden de mensen horen en zien wie Jezus was.
En Jeruzalem: dat was het eindpunt.
Daar wa Golgotha met het kruis, de graftuin met het open graf en de levende Jezus,
daar was de Olijfberg, van waar Jezus weer naar de hemel zou gaan.
Maar Samaria valt daar maar zo’n beetje tussen.
Het bijzondere is dat deze Peterson dat naar vandaag de dag vertaalde.
De mensen in de kerk die bekend zijn met de verhalen over Jezus,
die weten wie Jezus is, die weten waarom Hij stierf aan het kruis en opstond,
die zich bij de hemelvaart nog iets kunnen voorstellen – dat is Galilea of Jeruzalem.
Maar Samaria – dat zijn de mensen die bijna niets meer van de Bijbel weten.
Die het evangelie niet kennen. Die misschien vaag nog iets van de Bijbel weten.
Bij een van de eerste begrafenissen die ik had, had degene die overleden was één dochter.
Zij woonde verderop in Noord-Holland.
Tijdens de voorbereidingen merkte ik dat ze een bepaalde vraag wilden stellen,
die hen hoog zat en nu ze een dominee over de vloer hadden, konden ze die stellen.
Ik was benieuwd welke vraag er zou komen en ze vroegen:
“Het Oude Testament: gaat dat over het sterven van Jezus en het NT over zijn verrijzenis?”
Ze hadden iets over de Bijbel gehoord: twee testamenten. Ze hadden over Jezus gehoord.
Maar hoe het zat, dat wisten ze niet en dat wilden ze wel weten.
Zo zullen jullie collega’s hebben, vrienden wellicht – die weinig weten.
Deze Peterson zei: dat is Samaria en in Samaria leer je wat discipelschap is.
Je leert het tussen de mensen die niet echt een band met God hebben,
die dat niet van huis uit hebben gekregen, of die onverschillig zijn of dat zijn geworden.
Tussen die mensen leer je wat het betekent om leerling van Jezus te zijn.
Als ze niet op je boodschap zitten te wachten, moet je maar verder gaan
en niet gekwetst op de afwijzing reageren, maar het aan God over laten.
Op naar een volgende plek waar je wel welkom bent.
Je moet die plekken niet mijden, niet uit de weg gaan.
Jezus had er ook voor kunnen kiezen om een andere weg te gaan naar Jeruzalem,
om om dit gebied heen te gaan en steeds door eigen gebied te gaan.
En als we Lukas mogen geloven, is Jezus niet zomaar klaar in Samaria.
Er volgen heel wat hoofdstukken. Dat gebied dat er tussenin valt, missionair gebied,
gebied om te evangeliseren, gaat Jezus niet in sneltreinvaart voorbij,
maar Hij neemt de tijd om hier te zijn en tijd door te brengen.
Al is er geen plek voor Hem om Zijn hoofd op te leggen, terwijl de vossen dat wel hebben,
en terwijl de vogels in de lucht hun plek hebben om te rusten,
maar Jezus niet weet waar Hij de nacht moet doorbrengen,
toont Hij niet Zijn macht en majesteit, dwingt Hij niet met goddelijke kracht een plek af,
maar stuurt Hij mensen vooruit met een vraag: Kan ik hier vannacht slapen?
En als er geen plek is, dan gaat Hij weer verder totdat Hij wel kan rusten.
Het lijden van Jezus is dat Hij wordt afgewezen en de afwijzing steeds draagt
En niet gelijk met Zijn oordeel komt, niet met hemels vuur om te vernietigen,
maar tijd van genade geeft, tijd geeft om Hem te leren kennen, tijd om Hem te volgen.
De methode die Jezus kiest is ook bijzonder, zegt Eugene Peterson.
Jezus voert gesprekken.
Verkondigen deed Hij in Galilea, maar nu Hij in Samaria is, is er iets anders nodig.
De mensen moeten Hem leren kennen door de gesprekken die Hij voert.
Er volgen drie gesprekken. Drie gesprekken over het volgen van Jezus.
Drie gesprekken waaruit duidelijk wordt dat het volgen van Jezus iets anders is
dan wij er vaak van willen maken, of dan wij het kunnen voorstellen.
De eerste komt bij Jezus: “Meester, ik wil U volgen – waar U ook heen gaat.
Overal waar U zult zijn, daar zal ik ook zijn.”
Dat klinkt bijzonder, dit enthousiasme, deze overtuiging.
Maar Jezus zegt iets anders: “Weet waar je aan begint.
Het lijkt mooi om Mij te volgen, maar je weet niet aan het begin van de dag nog niet
Waar je die avond zult slapen. De vogels zijn zeker van hun nest en de vos heeft zijn hol.
Maar de Zoon des mensen? – dat is trouwens niet zomaar een aanduiding.
Dat is een titel die lijkt op die van Messias – Messias is meer de koning die verwacht wordt.
De Zoon des mensen dat is de hemelse Rechter, God Die komt om te oordelen
– de levenden en de doden.
De Zoon des mensen heeft geen slaapplek – kan Zijn hoofd nergens op laten rusten.
Waarom wil Jezus het enthousiasme van deze man die bereid is Jezus te volgen temperen?
Dat heeft te maken met de route – op weg naar Jeruzalem, de eindbestemming.
Is deze man bereid tot op het einde mee te gaan en straks ook een kruis te dragen?
Het volgen van Jezus is niet alleen maar iets moois,
er is ook sprake van onzekerheid over waar je zult eindigen,
Of je wel een veilige plek hebt om te slapen, over een kruis dat gedragen moet worden.
Overigens lezen we niet dat deze man zich laat afschrikken.
Misschien heeft hij nagedacht over de opmerking van Jezus en gedacht:
Ook al kost het me veel, ik ga Jezus volgen, want dat brengt me meer op dan ik nu heb.
Al moet ik alles verliezen, Jezus zegt het zelf: Als ik Hem heb, heb ik het leven gevonden.
De tweede wordt door Jezus geroepen, maar hij gaat niet gelijk mee.
Hij moet nog eerst iets doen: Zijn vader begraven.
Een hele legitieme reden.
Voor het begraven van je ouders kreeg je zelfs vrij van de meest heilige plichten.
Het begraven van je vader ging voor alles. De rest kon wachten.
Maar voor Jezus kan het niet wachten. Het volgen van Jezus heeft een urgentie.
Laat de doden maar aan de doden over. Zij moeten de doden begraven.
We weten bij deze man niet of zijn vader al overleden is,
of dat zijn vader op hoge leeftijd is gekomen en in zijn laatste dagen is.
In het laatste geval zou het om uitstel gaan: Ik wil u wel volgen,
maar ik heb nog teveel dingen te doen, waar ik me niet van los kan maken,
allerlei verplichtingen die me weerhouden om met U mee te gaan.
Nu nog niet, als ik me daarvan kan vrij maken.
Als die taken me niet meer thuis houden, dan heb ik de handen vrij voor U.
Dan zegt Jezus: dit kan geen uitstel hebben. Je moet op pad gaan
om overal te vertellen dat het koninkrijk van God gekomen is.
De prioriteit ligt nu niet bij je vader, maar bij Gods werk.
Ik denk dat die urgentie te maken heeft met het allereerste vers dat we lazen:
Jezus is op weg naar Jeruzalem, om daar te sterven en op te staan,
een kruis te dragen en op weg te gaan naar Golgotha, maar ook weer uit het graf te komen.
En dan die laatste: die man die bij Jezus kwam en zegt:
Ik wil u wel volgen, maar ik moet eerst afscheid nemen.
Als u mij die tijd gunt om naar huis te gaan, dan ben ik zover om met u mee te gaan.
Ik las een mooie uitleg bij J.H. Bavinck, Menschen rondom Jezus (1936):
Deze man leidt aan besluiteloosheid.
Deze man kon geen beslissing nemen.
Er zijn twee krachten die op hem inwerken:
Het verlangen om met Jezus mee te gaan, Jezus te volgen en bij Hem te zijn.
Maar hij heeft ook nog een thuis. Hij kan daar niet zomaar van weg. Eerst afscheid nemen.
Deze man hoefde niet met Jezus mee te gaan. Hij was niet geroepen.
Hij kwam uit eigen beweging. Het is zijn eigen verlangen.
Maar hij kan Jezus nog niet helemaal volgen.
Is het niet voldoende om de Heere in je dagelijkse bezigheden te dienen:
Thuis, op je werk, in je vriendenkring. Of is dat niet genoeg.
Als hij dan thuis is, wordt hij steeds getrokken naar Jezus,
een krachtig verlangen om Hem te volgen.
Maar ja, thuis dan. Wat gebeurt er als hij thuis komt?
Begint hij dan zijn besluit nog eens te heroverwegen?
Ik zei wel tegen Jezus dat ik Hem zou volgen. Maar kan ik dit allemaal wel loslaten?
Kan ik hier wel gemist worden? Heb ik hier ook niet een taak?
In de reactie van Jezus kunnen we merken dat Jezus bang is
dat de man tijdens het volgen steeds aan thuis zal denken.
Hij zal steeds achterom blijven kijken. Jezus volgen met een bepaalde heimwee naar thuis.
Hoe zal het gaan daar? Ik had niet alles moeten achterlaten – hoewel het hier bijzonder is,
maar thuis had ik ook zoveel kunnen doen, nu moeten ze het zonder mij doen.
Hij zou dan niet alle aandacht bij Jezus kunnen hebben
en elke keer als ze verder naar Jeruzalem gaan, zal hij meer en meer aarzelen
en omkijken en zich afvragen of hij er wel goed aan deed
en zo zou hij Jezus tegen kunnen houden op de weg naar Jeruzalem.
Dat is het lijden van Jezus: dat Jezus Zijn eigen leerlingen steeds moet uitleggen
wat hoort bij het volgen van Jezus.
Jezus volgen betekent nog niet gelijk: Jezus begrijpen.
Ondertussen gaat Jezus verder, naar Jeruzalem en gaat Hij Samaria niet uit de weg.
En Hij neemt de tijd om de mensen daar uit te leggen wat het betekent Hem te volgen.
Wie al te enthousiast is, moet er nog maar over nadenken. Het kost wel het nodige.
Wie te aarzelend is wordt aangespoord.
Vergeet niet dat het Koninkrijk van God snel dichterbij komt en dat er haast geboden wordt.
Geduld en haast – het lijkt elkaar tegen te spreken, maar het is het niet.
Het is die persoonlijke aanpak, die nodig is Samaria, om de mensen zover te krijgen
dat ze Hem gaan volgen.
En hebben wij, of we nu in Galilea of Jeruzalem zijn, in Samaria of waar dan ook
niet steeds die persoonlijke aanpak nodig?
Om zo meegenomen te worden, op weg naar Jeruzalem,
om daar te zien wie Jezus is,
als Hij gekruisigd wordt en zal opstaan en naar de hemel zal gaan.
En onderweg leren we bij over Jezus, al begrijpen wij niet alles.
Er is die roep: ga met me mee. Volg mij – om te zien wie Ik ben.
Amen